Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
bana. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
bana, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
bana in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
bana is hier. De definitie van het woord
bana zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
bana, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de bana m
- (straattaal) (anatomie) mannelijk geslachtsdeel
- ▸ Wanneer hij die meisjes belt en met ze praat word z’n bana hard en werkt hij nog harder met zichzelf.[1]
3 % |
van de Nederlanders;
|
7 % |
van de Vlamingen.[2]
|
- Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord bane
bana, m, v, o
- gebaand
bana
- bepaald meervoud van bana
bana
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bane
har bana
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bane
bana, m, v, o
- gebaand
bana
- bepaald meervoud van bana
bana
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast bane, zie aldaar
bana
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bana
har bana
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bana
bana
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bane
har bana
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bane
- Afkomstig van de Germaanse woorden: *banō-, *banōn, *bana-, *banan
- Woordopbouw: ban-a
bana
- doden