beita

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord beita. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord beita, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je beita in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord beita is hier. De definitie van het woord beita zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbeita, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • Afkomstig van het Germaanse werkwoord *baitjan (= bijten) van Indo-Germaans: *bʰeid-
  • Woordopbouw: beit-a
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beita
beitar
beitaði
beitat
Klasse 1 zwak volledig

beita

  1. laten bijten
  2. optomen
  3. grazen
  4. jagen
  5. doden
  6. (scheepvaart) bij het zeilen zigzag bijna tegen de wind varen, kruisen, laveren
v, zwak enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   beita         beitur        
genitief   beitu         beitna        
datief   beitu         beitum        
accusatief   beitu         beitur        

beita, v

  1. aas, lokaas, lokkertje, lokmiddel