Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
brot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
brot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
brot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
brot is hier. De definitie van het woord
brot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
brot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord brot
brot, o
- (het) breken
- brokstuk, fragment, wrakstuk
- breuk
- fractie (een afgebroken stuk)
- knik, sponning
- uittreksel (boek, film, uitzending)
- (juridisch) braak (spreektaal), inbreuk
- (juridisch) delict, inbreuk (op de wet), misdrijf, vergrijp
- «Þetta brot er langt frá því að vera fyrnt.»
- Dit misdrijf is nog lang niet verjaard.
- (medisch) breuk, fractuur
- (sport) overtreding(van de spelregels)
- (wiskunde) breuk, breukgetal
verdacht
verdenking
brot
- accusatief onbepaald onzijdig enkelvoud van brot
brot
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van brot
brot
- accusatief onbepaald onzijdig meervoud van brot
- Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord brot
brot, o
- breuk, doorbraak
- (figuurlijk) schending
- scheur
- groeve
een braaak in het telefoonnet
brot
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van brot