Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
ceder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
ceder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
ceder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
ceder is hier. De definitie van het woord
ceder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
ceder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘naaldboom’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
de ceder m
- (coniferen) benaming voor bomen uit het geslacht Cedrus dat behoort tot de dennenfamilie
- Ceders hebben een bast die bestaat uit dikke ribbels of vierkante richels en wijduitstaande, rechte takken.
1. benaming voor bomen uit het geslacht Cedrus
89 % |
van de Nederlanders;
|
90 % |
van de Vlamingen.[2]
|
ceder
- onovergankelijk afnemen, verminderen
- opgeven, zich gewonnen geven, zwichten
- afzien (van)
- resulteren, als gevolg hebben
- overgankelijk overdragen, afstaan, geven