Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
chip. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
chip, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
chip in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
chip is hier. De definitie van het woord
chip zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
chip, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- van Engels chip
- in de betekenis van ‘dun plakje silicium’ voor het eerst aangetroffen in 1979. [1] [2]
de chip m
- (voeding) dun laagje koude gefrituurde aardappel (doorgaans gebruikt in het meervoud of als verkleinde vorm)
- (elektronica) (informatica) klein stukje halfgeleiderkristal waarop geïntegreerde circuits zijn aangebracht
- Zonder chips zou het internet er nooit gekomen zijn.
- beschadiging in aardewerk of porselein nadat een scherfje heeft losgelaten
- De antieke vaas heeft sinds de verhuizing een chip in de bovenrand.
1. dun laagje gefrituurde aardappel
2. een klein stukje halfgeleiderkristal waarop geïntegreerde circuits zijn aangebracht
chip
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chippen
- gebiedende wijs van chippen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chippen
98 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[3]
|
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
chip
chip
- overgankelijk afkappen, afsnijden, afbreken, beitelen, kappen
- onovergankelijk afbrokkelen
enkelvoud
|
meervoud
|
zonder lidwoord
|
met lidwoord
|
zonder lidwoord
|
met lidwoord
|
chip
|
le chip
|
chips
|
les chips
|
chip m