gebeuren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gebeuren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gebeuren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gebeuren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gebeuren is hier. De definitie van het woord gebeuren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangebeuren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
gebeuren gebeurd
gebeurtenis
  • ge·beu·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gebeuren
/ɣə'bɵːrə(n)/
gebeurde
/ɣə'bɵːrdə/
gebeurd
/ɣə'bɵːrt/
zwak -d volledig

gebeuren

  1. ergatief plaatshebben, werkelijkheid worden
    • Wat is er gebeurd? 
     Wat een geschenk om met deze dames te hebben opgetrokken. Dit zou nooit gebeurd zijn als ik zo gehaast als thuis was geweest.[4]
     De enige vlakke grond was de trail zelf dus ik hoopte dat er geen vroege hiker over me heen zou vallen in de ochtend. Maar dat gebeurde wel.[4]
  • bij schering en inslag gebeuren
erg vaak plaatshebben
  • het zal iemand niet gebeuren dat
iemand gaat zeker voorkomen dat
  • strijk en zet gebeuren
erg vaak plaatshebben
enkelvoud meervoud
naamwoord gebeuren gebeurens
verkleinwoord

het gebeureno [5]

  1. geheel van voorvallen met de ermee verbonden effecten
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]


gebeuren

  1. gebeuren


gebeuren

  1. gebeuren