holen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord holen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord holen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je holen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord holen is hier. De definitie van het woord holen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanholen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
holen
hoolde
gehoold
zwak -d volledig

Werkwoord

holen

  1. overgankelijk (golfsport) (mbt. de putt) maken, scoren

Zelfstandig naamwoord

de holenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hol
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·len
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
holen
/'hoːlən/
holte
/'hoːltə/
geholt
/gə'hoːlt/
zwak volledig

Werkwoord

holen

  1. halen


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·len
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

holen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van hol

Zelfstandig naamwoord

holen

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van hol


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɦɔlɛn/
Woordafbreking
  • ho·len

Werkwoord

holen

  1. mannelijk enkelvoud passief deelwoord van het imperfectieve werkwoord holit