inkomen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord inkomen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord inkomen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je inkomen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord inkomen is hier. De definitie van het woord inkomen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninkomen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • in·ko·men
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inkomen
kwam in
ingekomen
klasse 4 volledig

inkomen

  1. ergatief binnendringen in een afgesloten ruimte
    • De regen is via het plafond de kamer ingekomen. 
  2. ergatief binnendringen in een afgesloten oppervlak
     De outfit komt 'met alle toeters en bellen', inclusief de aanpassingen die Whitney zelf heeft gedaan. In het grijze pak dat de zangeres onder de outfit droeg, zitten zelfs nog wat gaten die er tijdens de opnames zijn ingekomen. Ook missen er daardoor wat chromen balletjes die aan het pak zaten.[1]
  3. zich verplaatsen in iemands gedachtegang
    • Ja, daar kan ik wel inkomen. 
  4. onpersoonlijk, (meteorologie) links, rechts ~ vanuit linkse of rechtse richting waaien v.d. wind
  • Daar komt niets van in
Dat gaat niet gebeuren, dat is niet mogelijk of geen optie
enkelvoud meervoud
naamwoord inkomen inkomens
verkleinwoord inkomentje inkomentjes

het inkomeno [2]

  1. (economie) regelmatig verkregen som geld (bijv. uit arbeid of vermogen)
    • Net nadat mijn inkomen was gestort heb ik een nieuwe computer gekocht. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Bronlink Weblink bron “Filmoutfit Whitney Houston uit The Bodyguard onder de hamer” (20-08-2018), Tubantia
  2. inkomen op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be