inplanten

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord inplanten. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord inplanten, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je inplanten in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord inplanten is hier. De definitie van het woord inplanten zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninplanten, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • in·plan·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inplanten
plantte in
ingeplant
zwak -t volledig

inplanten overgankelijk [1]

  1. (landbouw) in de grond zetten, in de bodem stoppen
  2. (medisch) implanteren
  3. (gebouwen, bedrijven, instellingen:) neerzetten, plaatsen, vestigen (in een bepaald gebied)

de inplantenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord inplant
92 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]