kaste

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kaste. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kaste, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kaste in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kaste is hier. De definitie van het woord kaste zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankaste, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kas·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Portugees, in de betekenis van ‘stand binnen het hindoeïsme’ voor het eerst aangetroffen in 1743
  • Via het Franse caste van het Latijnse castus.
enkelvoud meervoud
naamwoord kaste kasten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kastev / m

  1. (religie) een streng gescheiden stand binnen de hindoeïstische samenleving
    • De kaste waarin je wordt geboren leef je in. 
  2. (sociologie) een zeer gesloten sociale kring
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
kassen

kaste

  1. enkelvoud verleden tijd van kassen
    • Ik kaste. 
    • Jij kaste. 
    • Hij, zij, het kaste. 

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Fins

Uitspraak
  • IPA: /ˈkɑste̞ˣ/
Woordafbreking
  • kas·te

Zelfstandig naamwoord

kaste

  1. doopsel
Verbuiging


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

kaste

  1. kast


Veluws

Zelfstandig naamwoord

kaste

  1. kast