koker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord koker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord koker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je koker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord koker is hier. De definitie van het woord koker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankoker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ko·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord koker kokers
verkleinwoord kokertje kokertjes

de kokerm

  1. een smal cilindervormig hol voorwerp, bruikbaar als verpakking
    • In de verborgen koker zat een geheim testament. 
  2. (huishouden) een keukenapparaat waarin iets kan gekookt worden
    • Mama was erg blij met de nieuwe koker voor haar keuken. 
  • uit de koker komen van
verzonnen zijn door
  1.  Het museum is de komende jaren nog dicht voor renovatie. Vorig jaar opende koning Willem-Alexander het internationaal geroemde Depot Boijmans van Beuningen. Het was het eerste kunstdepot ter wereld dat toegankelijk is voor publiek en kwam mede uit de koker van Ex.[4]
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]


  • ko·ker
Naar frequentie 6682

koker

  1. tegenwoordige tijd van koke

koker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van kok

koker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van koke


  • ko·ker

koker

  1. tegenwoordige tijd van koke

koker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van koke