maas

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord maas. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord maas, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je maas in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord maas is hier. De definitie van het woord maas zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmaas, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Maas
maas: visnet met mazen
  • maas
  • In de betekenis van ‘oog in netwerk’ voor het eerst aangetroffen in 1301 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud meervoud
naamwoord maas mazen
verkleinwoord maasje maasjes

de maasv / m [5] [6] [7]

  1. (visserij) een van de geknoopte ringen waaruit een net bestaat
    • De mazen van het net waren dusdanig beschadigd dat het net geboet moest worden. 
  1. door de mazen van het net kruipen: op het nippertje ontsnappen
  2. een maas in de wet: een door de wetgever niet voorziene mogelijkheid om aan het doel van de wet te ontkomen

Met betrekking tot de rivier de Maas:

vervoeging van
mazen

maas

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mazen
    • Ik maas. 
  2. gebiedende wijs van mazen
    • Maas! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mazen
    • Maas je? 
97 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[8]


enkelvoud meervoud
naamwoord maas mase

maas

  1. maas
    «Deur die mase van die wet.»
    Door de mazen van de wet.
  2. (voeding) zuur geworden melk
    «In SA is maas die Afrikaanse naam vir 'n suurmelkproduk "amasi" wat die swartmense baie lief is voor.»
    In Zuid-Afrika is 'maas' de Afrikaanse naam voor het zure melkproduct "amasi" dat erg geliefd is onder de zwarte bevolking.