Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
mik. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
mik, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
mik in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
mik is hier. De definitie van het woord
mik zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
mik, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de mik m
- handeling van het ergens op richten
- iets waarom gericht wordt
- begin van een beweging
"begin van een beweging"
levenloos zijn, geen geluid of beweging maken
mik
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mikken
- gebiedende wijs van mikken
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mikken
de mik v / m
- (voeding) een zwaar soort brood van in linnen zakjes gekookt ongezift roggemeel
de mik v / m
- (scheepvaart) deel van een maststrijksysteem waarop de mast in gestreken stand rust
- In gestreken stand rust de mast in de mik.
- Zuid-Afrikaans Nederlands paal met uitsteeksels waaraan lijken van veroordeelden opgehangen werden
- ▸ ⧖ Op haar 24ste jaar pleegde zij zelfmoord; men vond haar ‘aan haer eigen cabaayband hangende’. Uit verontwaardiging dat een ‘duitse Hottentotinne’ zich zoover vergeten had, liet men haar lijk door een ezel naar 't galgeveld slepen en 't op een mik plaatsen, een paal met twee uitstekende stompjes, waar men de misdadigers na hun dood aan ophing.[7]
de mik m
- handel, spul, zooi
- Ik weet niet wat ik met deze mik aanmoet.
93 % |
van de Nederlanders;
|
86 % |
van de Vlamingen.[8]
|
- Ontleend aan het Latijnse amicus.
mik
- vriend
mik
- mij (accusatief van de eerste persoon enkelvoud)
mik
- mikken
- Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: mek.