omhanden

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord omhanden. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord omhanden, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je omhanden in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord omhanden is hier. De definitie van het woord omhanden zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanomhanden, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • om·han·den

omhanden

  1. te doen, in bewerking
    • Zwartlap reageert laconiek op Platvoets zorgen en vertelt dat hij en Hartloop die dag een profijtelijke affaire omhanden hebben. [2]
    • Wat een gelukkig hoofdstuk vol toeval is dit geworden! Want het bespaart me de moeite er speciaal een te schrijven en, om de waarheid te zeggen, heb ik buitendien alweer een nieuw omhanden (…) [3]
    • Zij had hem uitgelegd wat er in de Wildhoek was gebeurd, en ook hoe de mensen er die zomer hadden geleefd, bij pozen werkend in de bouw, in het vlas, de aardappels, en dan weer leeglopend, geknauwd, wachtend op wat niet kwam; hoe er geleend was en geborgd; en hoe zij tegen de winter opzagen waar niets meer omhanden zou zijn - Zij had hem niet uitgelegd waarom zij met dit alles bij hem kwam. [4]
    • De meisjes zitten, als zij klaar zijn met de studie en met wassen en verstelwerk, bij elkaar zonder veel omhanden. [5]
    • Maar ik moest toch iets omhanden nemen! - een nuttig lid der maatschappij zien te worden!.... [6]
  2. ter beschikking
    • De algemene koopkracht steeg; en bepaalde groepen, zoals de succesvolle kooplieden, verwierven in korte tijd grote rijkdommen. Men had met andere woorden geld omhanden, en het werd niet alleen geïnvesteerd in nieuwe handelsondernemingen, maar ook uitgegeven aan privé-genoegens. [7]
    • De landvoogdes Margaretha had als gewoonlijk geen geld omhanden en men had niet eens een gezant kunnen zenden als Amsterdam de onkosten niet had voorgeschoten. [8]
    • Ende nademael de voorseyde eerste vrije luyden van de gemelte twee nieuwe colonien weynich offte geen gelt omhanden, nochte oocq veele op haere reecqueninge van d' E. Compagnie te goet hebben, soo is hun op haer versoeck toegestaen om d'selve soo veel mogelijck op de been te helpen ende de handt te bieden, alle 't gene sij tot uytvoer der verhaelde saecken ende montcosten van noden mochten hebben, op credit ende te borgh te verstrecken, ende daertegen hare granen etc. in afkortinge van derselver schulden weder voor ende ten behoeve van d'E. Compagnie aen te nemen, blijvende vorders alle derselver te goet hebbende maentgelden, landerijen, bestiael ende goederen voor de gemelte schulden aen d' E. Compagnie verbonden als vaste hypoteecq om daeraen altijt Compagnies tachterheyt te mogen verhalen. [9]
  • Dit woord wordt meestal voorafgegaan door een aanduiding van een hoeveelheid als niets, niks, minder, weinig, iets, meer of veel. De hoeveelheidsaanduiding kan zelf weer een bepaling hebben die aangeeft waar het omgaan: "niets zinnigs omhanden", "veel geld omhanden".
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omhanden
-
-
onvolledig
  1. overgankelijk (verouderd) zo beetpakken dat duim en vingers van hand of handen een cirkel lijken te vormen
    • Laet dijnen grooten arm behouden en omhanden
      Die opden dorpel-tré van doods-verhuysen staen.
       [10]
94 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[11]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bouman, M.
    "Synopsis" in:
    Schaaf C. & A. Frese (ed. M. Bouman)
    De uitvaert van het vryje metzelaersgilde. (1993) Rodopi, Amsterdam / Atlanta
    ; p. 7; geraadpleegd 2018-11-11
  3. Sterne, L. (vert. H. ten Holt)
    "Tristram Shandy" in: Raster. Nieuwe reeks. jrg. 1 nr. 4 (1977) De Bezige Bij, Amsterdam
    ; ISBN 90 234 1314 8; p. 77; geraadpleegd 2018-11-11
  4. Vries, T. de
    "Wilde Lantaarns" in: 60. Keuromnibus. (1967) De Arbeiderspers, Amsterdam
    ; p. 496; geraadpleegd 2018-11-11
  5. Vreede-de Stuers, C.
    "Onrust op de universiteiten in India." in: De Nieuwe Stem. jrg. 16 nr. 5 (mei 1961) Boek- en handelsdrukkerij Nimo, Monnickendam
    ; p. 321; geraadpleegd 2018-11-11
  6. Calcar, E. van
    De dertiende. deel 2 (1857) S.E. van Nooten, Schoonhoven
    ; p. 287; geraadpleegd 2018-11-11
  7. Grootes, E.K.)
    "Nawoord" in:
    Bredero, G.A. (ed. E.K. Grootes)
    Liederen. 2e druk (1985) Querido, Amsterdam
    ; ISBN 90 214 0553 9; p. 95/96; geraadpleegd 2018-11-11
  8. Gerdes, W.
    "Economische toestanden bij het uitbreken van den tachtigjarigen oorlog" in: De Gids. jrg. 109 deel 3 nr. 8 (augustus 1946) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam
    ; p. 106; geraadpleegd 2018-11-11
  9. Riebeeck, J. van (ed. Historisch Genootschap, Utrecht)
    Dagverhaal. Deel 2 Nieuwe reeks nr. 58 (1892) Kemink & Zoon, Utrecht / Martinus Nijhoff, Den Haag
    ; p. 136/137; geraadpleegd 2018-11-11
  10. Huygens, C. (ed. J.A. Worp)
    Gedichten. Deel 1: 1607-1623. (1892) J.B. Wolters, Groningen
    ; p. 276; geraadpleegd 2018-11-11
  11. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be