Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
oppassen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
oppassen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
oppassen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
oppassen is hier. De definitie van het woord
oppassen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
oppassen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
oppassen
- inergatief opletten dat er niet iets ergs gebeurt
- Op die richel moet je goed oppassen, zodat dat je niet valt.
- inergatief bij de kinderen blijven en op ze letten
- Vanavond moet ik oppassen, maar morgen kan ik wel.
- Als de vos de passie spreekt, boer pas op je kippen (ganzen).
pas op voor slijmballen, ze willen altijd wat van je; als een bedrieger vrome dingen zegt moet je extra voorzichtig met deze persoon zijn
1. opletten dat er niet iets ergs gebeurt
2. bij de kinderen blijven en op ze letten
de oppassen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord oppas
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.
|