Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
ploegen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
ploegen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
ploegen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
ploegen is hier. De definitie van het woord
ploegen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
ploegen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
ploegen
- ergatief zwoegend, met grote moeite zich ergens heen bewegen
- Ze waren eindelijk door de zandvlakte geploegd en kwamen nu op hardere grond.
- ▸ Pogue en ik vlogen vooruit en raakten verwikkeld in een wedstrijd wie het snelste door de drassige grond kon ploegen.[1]
- inergatief zwoegend zich met grote moeite voortbewegen
- Er werd geploegd en geploeterd.
- overgankelijk land met de ploeg bewerken
- De akker was al geploegd.
- inergatief (seksualiteit) (straattaal) groepsseks van een meisje met meer jongens
- ▸ Zoals bijvoorbeeld de meisjes van een jaar of 14 die seks hebben met meerdere jongens. Ze doen het in kelderboxen van flatgebouwen, of thuis, als hun ouders weg zijn. ‘Ploegen’ heet dit verschijnsel. De jongen die het meisje en de ‘ploegplek’ regelt, ontvangt entreegeld. Een deel van de opbrengst gaat naar het meisje, dat soms inspraak heeft in wie er mogen meedoen.[2]
- Daar valt niet mee te eggen of te ploegen
- Met andermans kalf ploegen
terwijl je de hulp van een ander gebruikt, doen alsof je het zelf alleen gedaan hebt
iets doen wat vergeefse moeite is
2. land met de ploeg bewerken
de ploegen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord ploeg
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[3]
|