Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
stek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
stek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
stek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
stek is hier. De definitie van het woord
stek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
stek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘loot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1659 [1]
de stek m
- (plantkunde) een afgesneden takje waaruit een nieuwe plant kan groeien
- (dierkunde) een voerplek voor vissen
- (informeel) een plekje om (enige tijd) te verblijven
- (wonen) woning, woonplaats
- Hij heeft nog altijd geen vaste stek gevonden.
hij heeft nog altijd geen vaste woning
stek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stekken
- gebiedende wijs van stekken
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stekken
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[2]
|
stek m
- stok
- tentstok
- tak
|
enkelvoud
|
meervoud
|
geheel
|
gemuteerd
|
verkleind
|
gemuteerd verkleind
|
geheel
|
gemuteerd
|
verkleind
|
gemuteerd verkleind
|
nominatief
|
stek |
- |
stekske |
- |
stekker |
- |
stekskes |
-
|
genitief
|
steks |
- |
stekskes |
- |
stekker |
- |
stekskes |
-
|
locatief
|
stekkes |
- |
stekkeske |
- |
stekkese |
- |
stekkeskes |
-
|
datief
|
stekke |
- |
stekske |
- |
stekker |
- |
stekskes |
-
|
accusatief
|
stek |
- |
stekske |
- |
stekker |
- |
stekskes |
-
|