Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
uilskuiken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
uilskuiken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
uilskuiken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
uilskuiken is hier. De definitie van het woord
uilskuiken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
uilskuiken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het uilskuiken o
- het jong van een uil
- (fig.) iemand die heel erg dom is
- ▸ Een ander, van dien zelven aart, op een tijd dat'et dapper gevroren had, door de Stad Gent gaande, viel, door de gladdigheid, plotzelijck op zijn Neers neer. Een Uils-kuiken, die't zag, zei tot hem, in't bystaan veeler omstanders, dat hy gevallen was, om dat de straat geen plompe Boerenschoenen verdragen kon.[1]
- boerenlul, dombo, domkop, dommerik, domoor, drol, droplul, druiloor, eend, eendenkuiken, ei, eikel, ezel, ezelsveulen, flapdrol, gehaktbal, hals, hansworst, jojo, kaffer, kalf, kalfskop, koe, kuiken, kwezel, leeghoofd, minkukel, nitwit, oelewapper, oen, oetlul, oliebol, onbenul, rund, schaapskop, steenezel, stomkop, stommeling, stommerd, stommerik, sufferd, sufkont, sufkop, sufkut, uil, uilenbal, weetniet, zakkenwasser, zultkop
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[2]
|