kalf

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kalf. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kalf, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kalf in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kalf is hier. De definitie van het woord kalf zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankalf, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
koe met kalf
4=kalf of tussendorpel
  • kalf
1 enkelvoud meervoud
naamwoord kalf kalveren
verkleinwoord kalfje kalfjes
kalvertjes
2, 3 enkelvoud meervoud
naamwoord kalf kalven
verkleinwoord kalfje kalfjes

het kalfo

  1. (dierkunde) (veeteelt) jong van het rund en sommige andere zoogdieren
  2. (bouwkunde) horizontale dorpel of regel tussen deur en bovenlicht
  3. (Jiddisch-Hebreeuws) groot mes
  • De dans om het gouden kalf[5]
De strijd om het vergaren van rijkdom
  • Het gemeste kalf slachten
Een overvloedig diner houden; een groot feest geven
  • Het gouden kalf aanbidden[6]
Veel te veel gefocust zijn op geld en rijkdom
  • Over koetjes en kalfjes praten
Over onbelangrijke dingen praten
  • Vijf poten aan een kalf zoeken
Naar iets zoeken wat er niet is
  • Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
Beschermende maatregelen worden vaak pas genomen als het kwaad al is geschied.
  • Met een dood kalf is het goed sollen.
Met iets wat toch al gedoemd is verloren te gaan, kan men alles wel doen en uitproberen
vervoeging van
kalven

kalf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalven
    • Ik kalf. 
  2. gebiedende wijs van kalven
    • Kalf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalven
    • Kalf je? 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[7]


enkelvoud meervoud
naamwoord kalf kalwers

kalf

  1. kalf