Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
uitzetten. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
uitzetten, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
uitzetten in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
uitzetten is hier. De definitie van het woord
uitzetten zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
uitzetten, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
uitzetten
- ergatief (natuurkunde) in volume toenemen
- Bij verhitting zetten de meeste materialen uit.
- ▸ De bliksemschicht bevat een enorme hoeveelheid energie waarbij heel veel warmte vrijkomt. De binnenkant van de bliksemstraal kan volgens Weerplaza wel 33.000 graden zijn. Ter vergelijking: de oppervlakte van de zon is ongeveer 5.500 graden. De hitte zorgt ervoor dat de lucht rondom de bliksemschicht uitzet waardoor een schokgolf ontstaat in de lucht. En dat horen wij als de donder.[1]
- overgankelijk iemand dwingen een gebied of gebouw te verlaten
- Hij werd zonder pardon de zaal uitgezet.
- ▸ Voor Weppner is die toekomst al aangebroken. Hij kijkt naar de puinhopen in de straten en zegt: "Het gaat hier om de slachtoffers, dat is de echte tragedie. Die gaan hierdoor failliet of worden hun huis uitgezet. Het is een drama. "[2]
- ▸ Na de laatste ronde werden we de bar uitgezet.[3]
- overgankelijk het uitschakelen van een elektrisch toestel
- Ik heb het theelichtje uitgezet.
- bedenken en plannen van een actie
- Maar er lagen nogal wat versperringen en tijdens het rennen had hij naar rechts moeten uitwijken. In het begin had hij de lijn gevolgd die door de luitenant was uitgezet, maar met die fluitende kogels en granaten ga je uiteraard zigzaggen. [4]
- in de omgeving neerzetten
- ▸ Ook al moet ik toegeven dat ik waarschijnlijk zelf ook een redelijk scherpe geurvlag uitzette.[3]
2. iemand dwingen een gebied of gebouw te verlaten
de uitzetten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord uitzet
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[5]
|