Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
aanzetten. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
aanzetten, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
aanzetten in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
aanzetten is hier. De definitie van het woord
aanzetten zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
aanzetten, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
aanzetten
- overgankelijk ~ tegen tegen iets plaatsen
- overgankelijk op een kier zetten
- overgankelijk vastmaken
- Soms kunnen afgesneden lichaamsdelen weer aangezet worden, maar lang niet altijd.
- overgankelijk (kookkunst) scherpen zonder materiaal te verwijderen
- Hij zette zijn mes alleen even aan op het aanzetstaal en besloot dat hij het later wel een goed zou slijpen.
- overgankelijk ~ tot aansporen, op gang zetten
- ergatief(kookkunst) een korst afzetten, vast gaan zitten aan een pan
- Roer af en toe om te zorgen dat de linzen niet aan de bodem van de pan aanzetten.
- accentueren
- overgankelijk activeren, in gang zetten, van stroom voorzien, opstarten
- Hij trachtte zijn laptop aan te zetten, maar de batterij had het begeven.
- ▸ Een aantal seconden geleden had ze hem aangezet en nu lag de eindeloze weg van internet voor haar open. Voordat ze het adres intoetste, strekte Chantal haar armen.
- ▸ Voordat ze de computer aanzette wreef Chantal in haar handen.
- (kookkunst) verhitten en bruin laten worden van ingrediënten
komen aanzetten
- komen, verschijnen
- Hij kwam aanzetten met een grote taart.
de aanzetten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord aanzet
aanzetten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanzetten
- ...dat wij aanzetten.
- ...dat jullie aanzetten.
- ...dat zij aanzetten.
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.
|