voet

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord voet. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord voet, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je voet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord voet is hier. De definitie van het woord voet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvoet, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
De voet van een vrouw
  • voet
  • In de betekenis van ‘lichaamsdeel waarop men staat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
Middelnederlands:  voet zn 
Oudnederlands:  fuot zn , aangetroffen in 901 [1]
Germaans: *fōt- m
Indo-Europees: *pṓds, *pod- m
  • Verwant in Germaanse talen:
Gotisch: 𐍆𐍉𐍄𐌿𐍃 (fotus) m
Duits: Fuß (Oudhoogduits: fuoz m)
Engels: foot (Angelsaksisch: fōt m)
Noors: fot (Oudnoords: fótr m)
Fries: foet (Oudfries: fōt m)
  • Verwant in andere Indo-Europese talen:
Hettitisch: pāt-, pat-
Sanskriet: pād, pad- m
Latijn: pēs, ped- m
Oudgrieks: πούς, ποδ- m
enkelvoud meervoud
naamwoord voet voeten
verkleinwoord voetje voetjes

de voetm

  1. (anatomie) voortzetting van het been beneden de enkel; lichaamsdeel waar een mens en dier op staan
    • Ik heb mijn voet verzwikt. 
  2. (figuurlijk), (geologie), (bouwkunde) de onderkant van een natuurlijke verhoging (zoals een berg of heuvel) of kunstmatige verhoging (zoals bijvoorbeeld een toren)
     Bij het zwembad ontstond commotie en iedereen begon te speculeren: ‘Zou de brand zijn aangestoken door een van de hikers?’ ’Kunnen we morgen wel richting Kennedy Meadows lopen?’ ‘Is er een alternatieve looproute?’ Het legendarische Kennedy Meadows lag nog maar vier dagen voor me, een kleine, verlaten nederzetting aan de voet van de High Sierra’s.[4]
    • We stonden aan de voet van de berg. 
  3. (eenheid), (verouderd) oude lengtemaat, de exacte lengte is streekafhankelijk, bijvoorbeeld de Engelse voet is 0,3048 meter, de Amsterdamse voet was 0,283 meter
  4. (eenheid), (verouderd) oude oppervlaktemaat, de exacte lengte is streekafhankelijk
  5. (metonymisch) afdruk van een voet
  6. (economie) basis op grond waarvan iets berekend of bepaald wordt (ruilvoet)
  7. (techniek), (gereedschap) basis, onderstuk, voetstuk
  • Te voet gaan
  1.  Amateurwielrenners op de Planche des Belles Filles leggen de laatste 200 meter vaak te voet af.[5]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[7]
  1. 1,0 1,1 "voet" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. voet op website: Etymologiebank.nl
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  5. Bronlink Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  6. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 15
  7. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


voet

  1. voet


voet

  1. voet