vorm

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vorm. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vorm, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vorm in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vorm is hier. De definitie van het woord vorm zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvorm, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • vorm
enkelvoud meervoud
naamwoord vorm vormen
verkleinwoord vormpje vormpjes

de vormm

  1. ruimtelijke begrenzing van een voorwerp
    • Een stuk land in de vorm van een driehoek. 
  2. sjabloon of bak waarin iets gegoten of geperst kan worden
    • Het deeg van de taart werd in de vorm gedaan. 
  3. (veranderlijke) toestand van iets concreets
    • Het voorstel in deze vorm. 
    • De module in deze vorm. 
     Dit dichte dennenwoud ontnam mij elke vorm van overzicht en ik voelde me vaak claustrofobisch.[2]
  4. (sport) lichamelijke conditie
    • Hij is goed in vorm. 
  5. (grammatica) lijdende ~, passieve ~, → lijdende vorm
  6. (grammatica) actieve ~, vormen van het werkwoord waarmee wordt uitgedrukt dat het onderwerp de handeling actief verricht
  7. manier, methode
    • Deze vorm van autorijden. 
  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
vervoeging van
vormen

vorm

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vormen
    • Ik vorm. 
  2. gebiedende wijs van vormen
    • Vorm! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vormen
    • Vorm je? 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]


enkelvoud meervoud
naamwoord vorm vorme / vorms
  • vorm

vorm

  1. vorm; ruimtelijke begrenzing van een voorwerp
  2. (gereedschap) vorm; sjabloon of bak waarin iets gegoten of geperst kan worden
  • Oude schrijfwijze: form

vorm

  1. vormen


vorm

  1. vorm


vorm

  1. verouderde spelling of vorm van vormgut tot 2005
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud, mannelijk


vorm

  1. vorm