Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
vorm. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
vorm, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
vorm in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
vorm is hier. De definitie van het woord
vorm zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
vorm, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de vorm m
- ruimtelijke begrenzing van een voorwerp
- Een stuk land in de vorm van een driehoek.
- sjabloon of bak waarin iets gegoten of geperst kan worden
- Het deeg van de taart werd in de vorm gedaan.
- (veranderlijke) toestand van iets concreets
- Het voorstel in deze vorm.
- De module in deze vorm.
- ▸ Dit dichte dennenwoud ontnam mij elke vorm van overzicht en ik voelde me vaak claustrofobisch.[2]
- (sport) lichamelijke conditie
- (grammatica) lijdende ~, passieve ~, → lijdende vorm
- (grammatica) actieve ~, vormen van het werkwoord waarmee wordt uitgedrukt dat het onderwerp de handeling actief verricht
- manier, methode
- Deze vorm van autorijden.
1. ruimtelijke begrenzing van een voorwerp
2. sjabloon of bak waarin iets gegoten...
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
vorm
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vormen
- gebiedende wijs van vormen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vormen
100 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[3]
|
vorm
- vorm; ruimtelijke begrenzing van een voorwerp
- (gereedschap) vorm; sjabloon of bak waarin iets gegoten of geperst kan worden
vorm
- vormen
vorm
- vorm
vorm
- verouderde spelling of vorm van vormgut tot 2005
- (verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud, mannelijk
vorm
- vorm