Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
wied. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
wied, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
wied in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
wied is hier. De definitie van het woord
wied zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
wied, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het wied o
- onkruid.
- Je moet het wied even weghalen.
- Dit woord is het Surinaams-Nederlandse woord voor onkruid. Vroeger was het ook gangbaar in het Europese Nederlands.
wied
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wieden
- gebiedende wijs van wieden
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wieden
49 % |
van de Nederlanders;
|
49 % |
van de Vlamingen.[1]
|
wied
- ver
- wijd
- breed
wied
- ver
- «Wie wied guuef 't nag tèl Mestreech?»
- Hoe ver is het nog tot Maastricht?
- Ontwikkeld uit het Klassiek-Arabische واد (wādī; dal).
wied
- vallei, dal.