zoek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zoek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zoek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zoek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zoek is hier. De definitie van het woord zoek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzoek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zoek
stellend
onverbogen zoek
verbogen (alleen
predicaat)

zoek

  1. alleen predicatief: niet terug te vinden
    • Mijn sleutels zijn zoek. 
  • zoek zijn

zoek

  1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
    • Zoekmaken: Hij maakte mijn sleutels zoek. 
vervoeging van
zoeken

zoek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeken
    • Ik zoek. 
  2. gebiedende wijs van zoeken
    • Zoek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeken
    • Zoek je? 
enkelvoud meervoud
naamwoord zoek -
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

de zoekm

  1. toestand waarin men iets probeert te vinden (alleen nog in vaste verbindingen)
•  Ik draaide me om en liep zo snel ik kon in tegengestelde richting weer de berg af op zoek naar beschutting en veiligheid. [1] 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be