Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zoek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zoek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zoek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zoek is hier. De definitie van het woord
zoek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zoek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zoek
- alleen predicatief: niet terug te vinden
zoek zijn
- Duits: verloren sein, vermisst werden
|
zoek
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- Zoekmaken: Hij maakte mijn sleutels zoek.
zoek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeken
- gebiedende wijs van zoeken
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeken
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
de zoek m
- toestand waarin men iets probeert te vinden (alleen nog in vaste verbindingen)
- • Ik draaide me om en liep zo snel ik kon in tegengestelde richting weer de berg af op zoek naar beschutting en veiligheid. [1]
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[2]
|