Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
aankunnen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
aankunnen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
aankunnen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
aankunnen is hier. De definitie van het woord
aankunnen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
aankunnen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
aankunnen [1]
- overgankelijk iets of iemand de baas kunnen zijn
- Hij had zijn oudere broertje nooit aangekund, maar was nu duidelijk de sterkere.
- Hij kon de grote hoeveelheid werk met gemak aan.
- ▸ Zo gevaarlijk zou het toch niet zijn? Ze had zoveel kerels in haar leven gehad, deze zou ze ook wel aankunnen.[2]
- absoluut een kledingstuk met fatsoen kunnen dragen
- Vorig jaar had ze deze dure jurk nog aangekund, maar nu was die volledig uit de mode.
- iets kunnen verdragen
- ▸ ik denk niet dat ik dat emotioneel aankan.[3]
- ▸ Het sufferdje van de familie die geholpen diende te worden omdat zij het niet meer aankon.[3]
1. iemand de baas kunnen zijn
een kledingstuk met fatsoen kunnen dragen
97 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[4]
|