Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
alleen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
alleen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
alleen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
alleen is hier. De definitie van het woord
alleen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
alleen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘bijwoord: zonder gezelschap’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- etymologiebank [2]
het alleen o
- (scheikunde) een organische verbinding met twee belendende dubbele bindingen
- Propadieen (H2C=C=CH2) is het eenvoudigste alleen.
alleen
- zonder gezelschap
- Laat mij alleen met al mijn verdriet.
- ▸ Het idee om een lange tijd alleen door te brengen trok mij enorm aan, maar vond ik tegelijkertijd doodeng omdat ik geen ervaring had met langdurig alleen zijn.[3]
- zonder hulp of medewerking
- Ik heb helemaal alleen mijn veters gestrikt!
- zich beperkend tot iets
- Ik heb alleen de woonkamer gestofzuigd.
- ▸ Die kennis alleen al was uiterst waardevol.[4]
alleen
- slechts
- Hij is niet alleen intelligent, hij is ook knap.
- met dit voorbehoud
- Deze maaltijd mag alleen in de magnetron bereid worden.
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[5]
|
- ↑ "alleen" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ alleen op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
alleen
- nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van allé
alleen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van allé
alleen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van allé
alleen
- alleen
alleen
- alleen