fair

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord fair. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord fair, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je fair in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord fair is hier. De definitie van het woord fair zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfair, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: fáir

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fair
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘eerlijk’ voor het eerst aangetroffen in 1887
  • uit het Engels eerlijk, sportief
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen fair fairder fairst
verbogen faire fairdere fairste
partitief fairs fairders -

Bijvoeglijk naamwoord

fair

  1. eerlijk , sportief
    • Dat is niet fair riep de student die een onvoldoende voor zijn examen had gehaald. 
Antoniemen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak

Bijvoeglijk naamwoord

fair

  1. rechtvaardig
  2. eerlijk
  3. behoorlijk
enkelvoud meervoud
fair fairs

Zelfstandig naamwoord

fair

  1. jaarmarkt
  2. kermis
  3. braderie
  4. beurs


Tsjechisch

Uitspraak


Woordafbreking
  • fair
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels

Bijvoeglijk naamwoord

fair

  1. (spreektaal) (sport) eerlijk, eervol
Schrijfwijzen
Verbuiging
  • Onverbogen
Synoniemen
Antoniemen
Typische woordcombinaties


Bijwoord

fair

  1. (spreektaal) (sport) eerlijk, eervol
Schrijfwijzen
Synoniemen


Verwijzingen