hòl

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hòl. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hòl, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hòl in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hòl is hier. De definitie van het woord hòl zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhòl, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: holhól
  • hòl
  • Afkomstig van de Oudnoorse woord hol
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hòl     hòlet     hòl     hòla  

hòl o

  1. gat, opening
  2. (figuurlijk) toegang
  3. gat, kuil, kom, laagte, put, verdieping
  4. hiaat, lacune, leemte
  5. gevangenisruimte
  6. dakkamer, zijkamer, zolderkamer (een kleine donkere afgelegen kamer)
    «Hybelen var eit trangt hol
    Het hok was een smalle zijkamer.
  • ha hòl i sokkane
gaten in de kousen hebben
  • slå hòl i veggen
een gat in de muur slaan
  • ta hòl på (opne posen, flaska)
openen (een zakje, een fles)
  • få hòl på noko
eindelijk toegang krijgen op iets
  • ta hòl på
benoemen, vermelden
  • eit stort hòl i vegen
een groot gat in de weg
  • grave hòl
een gat graven
  • ha hòl i tennene
gaten in de tanden hebben
  • ha hòl i kunnskapane
een hiaat in de kennis van iets hebben
  • kome i hòlet
in een gevangeniscel kommen
  • bu i eit hòl
in een oud hok wonen