Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
høst. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
høst, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
høst in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
høst is hier. De definitie van het woord
høst zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
høst, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord haust, verwant met het Engelse zelfstandige naamwoord harvest en het Duitse zelfstandige naamwoord Herbst
høst
- tegenwoordige tijd gebiedende wijs van høste
høst, g
- oogst (de opbrengst aan groente en fruit enz. in een seizoen)
- «Overalt i landet har landmændene de seneste dage arbejdet på højtryk for at få så meget som muligt af årets høst i hus.»
- Overal in het land hebben de boeren de laatste paar dagen keihard gewerkt om zo veel als mogelijk van de oogst van dit jaar in het huis te verkrijgen.
- oogst, het oogsten (het halen van landbouwproducten van het land)
- (figuurlijk) opbrengst (b.v. van medailles)
- pluktijd
- herfst, najaar
- Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord haust, verwant met het Engelse zelfstandige naamwoord harvest en het Duitse zelfstandige naamwoord Herbst
høst
- tegenwoordige tijd gebiedende wijs van høste
høst
- gebiedende wijs van høst
høst, m
- herfst, najaar
- «Det cubanske kunstnerparet kommer tilbake til Oslo i høst.»
- Het Cubaanse kunstenaarspaar keert dit najaar terug naar Oslo.
- (figuurlijk) ouderdom (hoge leeftijd)
- oogst, het oogsten (het halen van landbouwproducten van het land)
- (figuurlijk) opbrengst (b.v. van medailles)
de ouden dagen
de latere leeftijd
een rijke oogst