interval

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord interval. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord interval, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je interval in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord interval is hier. De definitie van het woord interval zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninterval, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·val
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tussentijd’ voor het eerst aangetroffen in 1485
  • afgeleid van 'val' (wal) met het voorvoegsel inter-
enkelvoud meervoud
naamwoord interval intervallen
verkleinwoord intervalletje intervalletjes

Zelfstandig naamwoord

het intervalo

  1. de tijd tussen twee tijdstippen van een tijdlijn, of de afstand tussen twee punten van een lijn
  2. (muziek) de telling van de tonen van een diatonische toonladder
    • Het eerste interval van een diatonische toonladder heet prime. 
  3. (muziek) de afstand tussen twee verschillende tonen van een diatonische toonladder
    • Het interval tussen de twee noten is een kwart. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

interval

  1. interval
  2. (muziek) interval


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɪntɛrval/
Woordafbreking
  • in·ter·val

Zelfstandig naamwoord

interval monbezield

  1. interval
Verbuiging
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Verwijzingen