Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
val. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
val, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
val in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
val is hier. De definitie van het woord
val zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
val, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Romani, in de betekenis van ‘Bargoens: deur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1769 [1]
de val m
- algemeen: het omlaag gaan, de daling
- ten gevolge van de zwaartekracht naar beneden gaan
- het ten gevolge van de zwaartekracht onvrijwillig ergens op terecht komen
- hoogte van waarvandaan iets naar beneden valt
- van zijn macht beroofd worden
- richting van de stof, waarbij de figuren op de stof naar beneden gaan
- fruit dat uit de boom gevallen is, niet geplukt is
- beweegbare vloer van een ophaalbrug
- (waterbeheer) verkorte vorm voor dijkval of oeverval
- De bewoners trokken weg uit vrees voor een val[2]
- (Limburg) een naamval
- Hoogmoed komt voor de val
iemand die erg trots is of hoogmoedig, krijgt gauw de bijbehorende ellende
2. ten gevolge van de zwaartekracht naar beneden gaan
3. onvrijwillig ergens op terecht komen
4. hoogte van waarvandaan iets naar beneden valt
5. van zijn macht beroofd worden
6. richting van de stof, waarbij de figuren op de stof naar beneden gaan
7. fruit dat uit de boom gevallen is, niet geplukt is
8. beweegbare vloer van een ophaalbrug
de val v / m
- apparaat met een vallende deur of klem, met als doel bepaalde dieren te vangen
- afhangende zoom of strook, bijvoorbeeld van gordijnstof voor een raam ter versiering of tegen de inkijk
- (figuurlijk) hinderlaag, valstrik
- In de val lopen ( of geraken)
10. apparaat met een vallende deur of klem met als doel dieren te vangen
11. lijn waarmee een vlag, zeil of rondhout gehesen kan worden
het val o
- (scheepvaart) zeilval, lijn waarmee een vlag, zeil of rondhout gehesen kan worden
val
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vallen
- gebiedende wijs van vallen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vallen
- ▸ Niet naar beneden kijken, want anders val je misschien 800 meter naar beneden.[4]
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[5]
|
- ↑ "val" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ PZC, 29 juni 2002: Dijkval verhaalt van kracht en onmacht rond de dijken
- ↑ www.dbnl.org
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
val, o
- keuze
- verkiezing
val m
- vallei
val, o
- keuze
val
- val
val, m
- inlaat
- ondiepte
- slagveld
- Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord val
val, m
- inlaat
- ondiepte
- slagveld
val, o
- keuze
- verkiezing
val monbezield
- wal; aarden verhoging als verdediging tegen een vijand
- wal; aarden verhoging als verdediging tegen een overstroming
- (wegenbouw) baanlichaam; lichaam van zand onder een weg of spoorweg
- opevnění o
- –
- –
val
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord valit
val
- val
val o
- golf
val, o
- keuze
- verkiezing
val, g
- (walvisachtigen) walvis