kanis

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kanis. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kanis, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kanis in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kanis is hier. De definitie van het woord kanis zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankanis, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·nis
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘Bargoens: hoofd, kop’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1906
enkelvoud meervoud
naamwoord kanis kanissen
verkleinwoord kanisje kanisjes

Zelfstandig naamwoord

de kanisv

  1. v viskorf met deksel
  2. v marskramersmand
  3. v mandje om vers geplukte kersen, appels of peren in te verzenden
  4. m (anatomie) platte uitdrukking voor:
    1. hoofd (lichaamsdeel)
    2. mond
    3. lichaam (mens)
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen