Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
plat. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
plat, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
plat in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
plat is hier. De definitie van het woord
plat zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
plat, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dun, vlak’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
- Mogelijke ontlening uit het Jiddisch פּליט (polet) "vluchteling" of (polat) "vluchten, redden", met een veronderstelde betekenisontwikkeling 'zijnde een (Joodse) mede-vluchteling' of ‘gered wordend' > 'vertrouwd, veilig' [2]
plat
- vlak van vorm met verwaarloosbare hoogteverschillen
- ▸ Terwijl ik door het platte landschap liep raakte ik in een soort trance, heerlijk verdoofd ging alles op de automatische piloot en liep ik mijn spirituele fase in.[3]
- (figuurlijk) van weinig culturele diepgang getuigend, boers, dialectisch
- Zijn platte praat werd hem niet in dank afgenomen.
- (informeel) (Jiddisch-Hebreeuws) platgemaakt, omgekocht
- ▸ Zoo'n platte agent was het ook, die de meiden in de Schiestraat seintjes gaf, als ze clandestien tapten en er onraed in de buurt was. Ik heb agenten gekend, die in de oorlogsjaren hun penningen uitleenden.[4]
plat
- vlak
- ▸ Plotseling lag ik plat op mijn rug doordat mijn buren me met een zwiep van de hooibaal hadden geduwd.[3]
- effen
- afgezaagd, alledaags, banaal, gewoontjes, grof, nietszeggend, onbenullig, ordinair, slap, triviaal, vulgair
1. vlak van vorm met verwaarloosbare hoogteverschillen
2. van weinig culterele diepgang getuigend
3. (informeel) corrupt (bijv. van politie)
het plat o
- (taalkunde) een algemene aanduiding voor een locale dialectvorm
- In het plat bestaat daar een prachtige uitdrukking voor.
- een vlakgemaakte plek aan of op een huis
- We zaten op het platje thee te drinken.
- (geologie) een onderzeese vlakte
- Er is op het continentaal plat naar olie geboord.
plat
- enkelvoud tegenwoordige tijd van platten
- gebiedende wijs van platten
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[5]
|
- ↑ "plat" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ plat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 3,0 3,1
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Misdadigersleven. „Het platte bureau”. Een valsche beschuldiging, maar de bijnaam bleef. in: Het volk, dagblad voor de arbeiderspartij, Amsterdam (29-01-1931), Arbeiderspers, p. 5.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
plat
- bord
- Uit het Volkslatijn *plattu(s), ontleend aan Oudgrieks πλατύς 'wijd, breed'
plat
- vlak van vorm met verwaarloosbare hoogteverschillen
- (figuurlijk) oninteressant, banaal, getuigend van weinig creativiteit of originaliteit, goedkoop
- «Ce n'est qu'une plate imitation.»
- Dat is niet meer dan een goedkope imitatie.
- plat, gezegd van autobanden (e.d.)
- (wiskunde) een hoek van 180°
- (medisch) (eufemisme) gezegd van een elektrocardiogram dat geen teken van een hartslag meer vertoont
- (oenologie) plat, gezegd van een te zoete wijn, die de friszure noot mist
- «C'est un vin plat.»
- Dat is een flauwe wijn.
plat m
- (kookkunst) (verouderd) een vlak bord waar voedsel opgediend wordt
- (figuurlijk) (kookkunst) het voedselgerecht dat op het bord geserveerd wordt
- «Le plat du jour.»
- De dagschotel.
plat o
- lap; stuk stof
plat
- horizontaal
- plat; afgevlakt
plat
- (taal) Limburgs
plat
- plat
plat m
- loon, salaris
- mať dobrý plat – een goed salaris hebben
- mesačný plat m – maandsalaris
- Afgeleid van het werkwoord platit
plat monbezield
- loon, salaris
- «Konečně má lepší práci i větší plat.»
- Eindelijk heeft hij beter werk én een hoger salaris.
- betaling
- «Dlužník zastavil platy.»
- De schuldenaar heeft de betalingen stopgezet.
- gáže v, mzda v, odměna v, příjem monbezield, služné o, výplata v
- platba v
plat
- genitief meervoud van plato