Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
planter. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
planter, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
planter in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
planter is hier. De definitie van het woord
planter zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
planter, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de planter m
- (landbouw) iemand die plant of laat planten
- (geschiedenis) eigenaar van een plantage
- (gereedschap) werktuig dat gebruikt wordt bij het planten
- bollenplanter, boomplanter, katoenplanter, koffieplanter, rietplanter, rubberplanter, suikerplanter, tabaksplanter, theeplanter, vanilleplanter, volksplanter
88 % |
van de Nederlanders;
|
88 % |
van de Vlamingen.[2]
|
planter
- poten
- (spreektaal) steken (met mes of dolk) [1]
- (spreektaal) neerzetten, plaatsen
- «Soudain, Loretta lui a planté un baiser.»
- Opeens gaf Loretta hem een kus. [1]
- (spreektaal) (iemand) laten zitten, achterlaten (tijdens een afspraakje of ontmoeting)
se planter
- wederkerend (spreektaal) van de weg raken
- «Elle a flippé quand elle s’est plantée contre un poteau.»
- Ze ging door het lint toen ze tegen een paal aan knalde. [1]
- (spreektaal) ernaast zitten, miskleunen
- «Tu te plantes quand tu dis que Fatima est une salope.»
- Je zit er naast als je zegt dat Fatima een slet is. [1]
- (spreektaal) kapotgaan, crashen
- «Mon ordi s’est planté hier soir.»
- Gisteren is mijn computer gecrasht. [1]
- (spreektaal) afgaan, op zijn bek gaan
- «Charlotte s’est encore plantée au bac.»
- Charlotte is alweer gezakt voor haar eindexamen. [1]
- ↑ 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5
Wouw, Berry van de
, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 160
planter
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van plante
planter
- nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van plante
planter
- nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van plante