purper

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord purper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord purper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je purper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord purper is hier. De definitie van het woord purper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpurper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pur·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘paarsrode kleur’ voor het eerst aangetroffen in 1285
enkelvoud meervoud
naamwoord purper purpers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het purpero

  1. (kleur) een paarsige kleur
    • Heeft u die ook in het purper? 
stellend
onverbogen purper
verbogen (alleen
predicaat)
partitief purpers

Bijvoeglijk naamwoord

purper

  1. (kleur) de kleur purper hebbend
    • Hij rijdt in een purper gekleurde auto. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
purperen

purper

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van purperen
    • Ik purper. 
  2. gebiedende wijs van purperen
    • Purper! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van purperen
    • Purper je? 


Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen