Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
groen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
groen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
groen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
groen is hier. De definitie van het woord
groen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
groen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het groen o
- (kleur) kleur zoals bladeren van planten die meestal hebben, geel met blauw gemengd; secundaire kleur, in het spectrum gelegen tussen geel en cyaan, met een golflengte van ca. 550 nm
- Dit groen lijkt wel erg donker.
- ▸ Dekkers: „Planten en bomen leven van de energie die ze uit zonlicht halen. Ze gebruiken de energierijke delen uit het witte licht van de zon. Wat dan overblijft is groen.”
- ▸ Veel leuker, maar ook langzamer, is de Route Nationale 7. Veel sterker dan op de Autoroute ervaar je hoe het landschap langzaam van kleur verschiet, van het sappige groen van de Bourgogne naar het azuurblauw van de Méditerranée, via het droge geel van de Provence.
- ▸ In de Verenigde Staten acteren zeven landen met de kleur groen in het voetbaltenue. Bij Bolivia, Bulgarije en Nigeria verwijst het naar de bodemschatten of de landbouwrijkdom. Voor Kameroen symboliseert groen de hoop en voor Mexico onafhankelijkheid. Voor de spelers van Saoedi-Arabie is groen de kleur van de islam. De Ieren daarentegen denken bij deze kleur aan het katholicisme.
- (metonymisch) gebladerte, loof en andere plantendelen met veel bladgroen
- Fietsen door het groen.
- De bloemist verwerkt ook veel groen in het boeket.
- (figuurlijk) passend in een natuurbewuste of duurzame levensstijl
- ▸ Groene stroom in Nederland is populair. Meer dan de helft van de huishoudens in Nederland neemt stroom af die voortkomt uit wind, zon of biomassa.
Heel erg jaloers zijn
Ervaren en onervaren, geschikt en ongeschikt
Meer letterlijk: misselijk zijn, meer figuurlijk: erg kwaad zijn
- Lichten/Seinen die op groen staan
Teken dat iets kan, veilig en toegestaan is
- • Toen ook de kinderen mijn rare plan accepteerden stonden alle lichten ineens op groen.
kleur zoals bladeren van planten die meestal hebben,
geel met
blauw gemengd
|
|
- Malayalam: പച്ച (ml) (pachcha)
- Maltees: aħdar (mt)
- Maori: kakariki (mi)
- Navajo: dinootłʼizh
- Nedersaksisch: greun (nds), gruin (nds), gruun (nds), Greun (nds), Gröön (nds)
- Noors: grønn (no)
- Nynorsk: grøn (nn)
- Oekraïens: зелений (uk) m (zelenyj)
- Perzisch: سبز (fa) (sæbz)
- Pools: zieleń (pl) v
- Portugees: verde (pt) m
- Roemeens: verde (ro)
- Russisch: зелёный (ru)
- Schots-Gaelisch: uaine (gd) (painted or dyed green), glas (gd) (of grass, trees, etc.), gorm (gd) (of grass, trees, etc.)
- Servisch:
- Sloveens: zelena (sl) v
- Slowaaks: zelený (sk) m, zelená (sk) v, zelené (sk) o
- Somalisch: cagaar (so)
- Spaans: verde (es) v
- Telugu: ఆకుపచ్చ (te) (aakupaccha)
- Thai: สีเขียว (th)(sĕe kĭeow)
- Turks: yeşil (tr)
- Welsh: gwyrdd (cy), gwyrddlas (cy)
- Zweeds: grön (sv)
|
groen
- (kleur) met de kleur zoals bladeren van planten die meestal hebben
- ecologisch verantwoord, milieuvriendelijk
- Hij wil alleen maar groene benzine en groene stroom gebruiken.
- onervaren, nieuw
- Hij is nog een beetje groen, maar dat trekt wel bij.
- Groen en geel voor de ogen worden
duizelen en/of erg van schrikken
Planten goed kunnen verzorgen
Net komen kijken en dus nog zeer onervaren zijn
- Onder de groene zoden liggen
Begraven zijn (v.e. overledene)
- Bij de buren is het gras altijd groener
De situatie van anderen of iets nieuws uitproberen schijnt altijd beter dan de huidige eigen situati
- Een oude bok lust nog wel een groen blaadje
Ook een oude man wil graag een jonge minnares
- Het gras aan de overzijde is altijd groener
De situatie van anderen of in een gewenste toekomst schijnt altijd beter dan de huidige eigen situatie
groen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groenen
- gebiedende wijs van groenen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groenen
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.
|
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook:
RAL-kleuren)
groen
- groen
groen
- gemuteerde vorm van croen