arend

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord arend. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord arend, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je arend in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord arend is hier. De definitie van het woord arend zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanarend, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Arend


Nederlands

Amerikaanse zeearend
Uitspraak
Woordafbreking
  • arend
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘roofvogel’ voor het eerst aangetroffen in 1285
  • uit het Duits
enkelvoud meervoud
naamwoord arend arenden
verkleinwoord arendje arendjes

Zelfstandig naamwoord

de arendm

  1. (havikachtigen) dagactieve, middelgrote tot grote roofvogel met brede vleugels, stevige snavel en scherpe klauwen. Arenden werden en worden veel gebruikt als symbool door landen en organisaties, omdat ze macht, schoonheid en onafhankelijkheid zouden uitstralen
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een arend vangt geen vliegen.
Wie zelf in een hoge positie is, strijdt niet tegen minderwaardige personen
  • Waar een dood lichaam is, verzamelen zich de arenden.
Uitspraak toegeschreven aan Jezus Christus in het Nieuwe Testament, Matth. 24:28
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: aren
verbogen vorm: arende

arend

  1. onvoltooid deelwoord van aren

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord arend arende

Zelfstandig naamwoord

arend

  1. (havikachtigen) adelaar, arend; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels

Meer informatie


Achterhoeks

enkelvoud meervoud
naamwoord arend arenden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

arend

  1. (havikachtigen) adelaar, arend; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels
Synoniemen
  1. adelaar
  2. adelaar


Nedersaksisch

enkelvoud meervoud
naamwoord arend arenden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

arend

  1. (havikachtigen) adelaar, arend; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels
Synoniemen
  1. adelaar, Aadler
  2. adelaar, Aadler

Meer informatie