Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
arme. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
arme, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
arme in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
arme is hier. De definitie van het woord
arme zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
arme, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
arme
- verbogen vorm van de stellende trap van arm
de arme v / m
- iemand die weinig bezit
- Er waren erg veel armen in die streek.
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[1]
|
arme
- attributieve vorm van arm
arme, g / o
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van arm
arme, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van arm
arme, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van arm
- Ontwikkeld uit Latijn arma v “wapentuig”,“bewapende troepen” (oorspronkelijk o/mv), aangetroffen sinds de 11e eeuw. [1]
arme v
- (militair) wapen
arme
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van armer
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van armer
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van armer
- ↑ Weblink bron arme in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
arme
- bepaald stellende trap van arm
arme
- bepaald stellende trap van arm
arme
- bepaald datief enkelvoud stellende trap van arm
arme
- onbepaald datief enkelvoud stellende trap van arm
arme
- meervoud stellende trap van arm
arme
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van armar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van armar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van armar
arme
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van armarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van armarse
- gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van armarse