Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
baden. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
baden, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
baden in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
baden is hier. De definitie van het woord
baden zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
baden, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
baden
- inergatief een bad nemen
- Hij baadt in de Dode Zee ter behandeling van zijn huidaandoening.
- ▸ Ik hoopte stiekem een beer te kunnen zien baden in de rivier, maar was ook wel tevreden met alle herten, eekhoorns, marmotten, vogels en de Amerikaanse adelaar.
- (figuurlijk) op een aangename manier omgeven zijn door iets
- overgankelijk in bad doen
- Hij baadde de kinderen iedere avond voor het slapen gaan.
baden
- meervoud verleden tijd van bidden
- Wij baden.
- Jullie baden.
- Zij baden.
de baden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bad
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.
|
- Afkomstig uit het Middelhoogduits en Oudhoogduits
baden
- onovergankelijk baden
- onovergankelijk zwemmen
- overgankelijk baden
- overgankelijk, (figuurlijk) mislukken
- overgankelijk, (figuurlijk) moeten betalen, verantwoorden
in het zweet baden
Zwemmen verboden!
naakt zwemmen
- : (übertragen) baden gehen
(figuurlijk) schipbreuk lijden
baden
- baden, wassen
baden
- nominatief bepaald onzijdig meervoud van bad