Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
branden. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
branden, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
branden in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
branden is hier. De definitie van het woord
branden zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
branden, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘in vuur en vlam staan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1445 [1]
de branden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord brand
branden
- absoluut verteerd worden door vuur
- De kaars brandde de hele nacht
- ▸ Hij kwam overeind met de uitnodigingen in zijn hand, liep naar het haardvuur en legde ze keurig boven op het brandende blok berkenhout.[2]
- overgankelijk (kookkunst) langzaam aan vuur blootstellen (van cacao- en koffiebonen, noten, e.d.)
- De koffie werd er vrij licht gebrand.
- overgankelijk als brandstof gebruiken
- De olie die daar gebrand wordt, stinkt.
- verwonding door hoge temperatuur
- Hij heeft zijn handen gebrand.
- Dominee brand je bekje ( of befje ) niet (in de betekenis van "Pas op, dat is erg heet", van voeding of drank))
- aan zijn (van wat in het verleden gepaard ging met vuur)
- De ledlamp brandt zonder warm te worden.
- De elektrische kachel brandt op maximale kracht.
- ▸ Doordat de noodverlichting brandde en zij de enige twee personen in de gang waren, kreeg het geheel iets spookachtigs.[3]
- een nieuwe CD of DVD maken
- Kun je een illegale kopie branden van deze nieuwe film?
Zeer fel branden
Een heel erg hevige brand
- Bang zijn zich aan koud water te branden
Erg voorzichtig zijn
Iets heel erg fijn vinden en ernaar streven
- Zich ergens aan branden/Zijn vingers branden
Zich ergens mee bemoeien en daardoor zelf in moeilijkheden komen
1. verteerd worden door vuur
2.
(kookkunst) aan vuur blootstellen (van cacao- en koffiebonen, noten, e.d.)
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[4]
|
- ↑ "branden" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
branden
- genitief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van brand
branden
- branden
branden
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van brand
branden
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van brande
branden
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van brand
branden
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van brande
branden
- nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van brand