Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
moer . In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
moer , maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
moer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
moer is hier. De definitie van het woord
moer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
moer , maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een zeskantmoer
de moer v / m
(werktuigbouwkunde ) blokje met een gat dat van schroefdraad is voorzien zodat het op een schroefbout past
Wat is het verschil tussen een moer en een bout?
v /m als eerste deel samenstelling
v /m als tweede deel samenstelling
de moer v
(biologie ) vrouwelijk wezen, zoals de moederstam van een gist of plant of een vrouwelijk konijn , haas of fret
(imkerij ) , (dierkunde ) koningin van een bijenvolk
versterkend voorvoegsel om het meest oorspronkelijke of voornaamste exemplaar aan te geven
v als eerste deel samenstelling
v : als tweede deel samenstelling
(informeel ) helemaal niets (verkorting van "geen mallemoer ")
v /
m 1. blokje met gat met schroefdraad dat op een schroefbout past
de moer v
(verouderd ) vaste stof die uit een vloeistof is bezonken
als eerste deel samenstelling
als tweede deel samenstelling
het moer o
(verouderd ) drassig land, vooral gebruikt voor natte veengebieden
als eerste deel samenstelling
als tweede deel samenstelling
1. drassig land, vooral gebruikt voor natte veengebieden
de moer v
(informeel ) moeder
(anatomie ) baarmoeder
(dierkunde ) wijfje dat zich heeft voortgeplant, moederdier
(plantkunde ) aflegger , moederstam
"moeder"
De taal waarmee je vanaf je jongste jaren bent opgegroeid, eerste taal,
moedertaal
Bekijk het, ga heen, hoepel op
Niet bang zijn voor de duivel of zijn ouwe moer
Voor niets of niemand bang zijn
99 %
van de Nederlanders;
98 %
van de Vlamingen.[ 8]
moer v (1) m (2)
muur
(groente ) wortel
enkelvoud
meervoud
geheel
gemuteerd
verkleind
gemuteerd verkleind
geheel
gemuteerd
verkleind
gemuteerd verkleind
nominatief
moer
-
muurke
-
moere(r)
-
muurkes
-
genitief
moer (1), moers (2)
-
muurkes
-
moere(r)
-
muurkes
-
locatief
moeres
-
moereske
-
moerese
-
moereskes
-
datief
moer (1), moere (2)
-
muurke
-
moere(r)
-
muurkes
-
accusatief
moer
-
muurke
-
moere(r)
-
muurkes
-
moer
moeder