Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
pal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
pal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
pal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
pal is hier. De definitie van het woord
pal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
pal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vast’ voor het eerst aangetroffen in 1611 [1] [2][3]
de pal m
- (techniek) een onderdeel van een mechanisme om terugdraaien te beletten, stuitpin
pal [4]
- onbeweeglijk
- direkt, zonder tussenruimte
- ▸ Meteen na de start, meldde ze zich vooraan, pal achter Can, en pal voor Grøvdal en de Zwitserse Fabienne Schlumpf. Maar gaandeweg begon ze van vermoeidheid te trekkebekken en kort daarop groeide het gat met de koplopers, Can, Schlumpf en uiteindelijk ook de Noorse.[5]
96 % |
van de Nederlanders;
|
92 % |
van de Vlamingen.[6]
|
- Leenwoord uit het Nederlands
pal
- pal; onbeweegbaar
- Afgeleid van het Latijnse palus
pal
- staak, paal
pal
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van palen
pal
- (informeel) kameraad, makker, vriend
pal m
- (heraldiek) paal m
pal
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van paliś
- Afgeleid van het Latijnse palus
pal monbezield
- staak, paal
pal
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van palić
pal monbezield
- hitte, warmte
- het branden
- žár monbezield, úpal monbezield
- pálení o, palčivost v
pal
- vuur!; een signaal om te schieten
pal
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord pálit