vara

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vara. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vara, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vara in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vara is hier. De definitie van het woord vara zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvara, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: VARA
  • va·ra
Naar frequentie 59
Werkwoord 1:
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
vara
var
varit
volledig

vara

  1. hulpwerkwoord worden, zijn
    «Han var född svensk.»
    Hij werd geboren als Zweed.
  2. koppelwerkwoord zijn
    «Bollen är rund.»
    De bal is rond.
  3. onovergankelijk zijn (zich bevinden)
    «Jag är hemma.»
    Ik ben thuis.
  4. onovergankelijk bestaan
Werkwoord 2:
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
vara
varade
varat
volledig

vara

  1. blijven werken, zich houden
  2. duren
    «Såret varade
    De kwetsuur duurde.
Zelfstandig naamwoord 1:
varas enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     vara     varat     -     -  
  genitief     varas     varats     -     -  

vara, o

  1. (het) zijn


Zelfstandig naamwoord 2:
varas enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     vara     varan     varor     varorna  
  genitief     varas     varans     varors     varornas  

vara, g

  1. goederen