wan

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wan. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wan, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wan in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wan is hier. De definitie van het woord wan zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwan, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: WAN
  • wan
enkelvoud meervoud
naamwoord wan wannen
verkleinwoord wannetje wannetjes

 de wanv / m

  1. (landbouw) ondiepe gevlochten bak om koren te zuiveren van kaf en stro
  2. (landbouw) apparaat om koren te zuiveren van kaf en stro
  3. (techniek) blaasbalg van een smidse
  4. reservoir van sommige soorten ovens
vervoeging van
wannen

wan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wannen
    • Ik wan. 
  2. gebiedende wijs van wannen
    • Wan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wannen
    • Wan je? 
stellend
onverbogen wan
verbogen wanne
partitief wans

wan

  1. (verouderd) gebrekkig, schadelijk, slecht, verkeerd
  2. (verouderd) niet naar behoren gevuld, aangebroken of leeg
  • Vooral nog gangbaar als eerste deel van samenstellingen. Deze moeten worden onderscheiden van de samenstellingen met "wan" zn of ww volgens etymologie . Omdat het bijvoeglijk naamwoord in het hedendaags Nederlands niet meer gangbaar is, wordt soms ook wel van het voorvoegsel "wan-" gesproken. Dit vormt vooral samenstellingen met zelfstandige naamwoorden, zoals "mis-" vooral samenstellingen met werkwoorden vormt en het echte voorvoegsel on- afleidingen van bijvoeglijke naamwoorden maakt, allemaal met een negatieve betekenis. Het voorvoegsel dys- heeft een vergelijkbare betekenis bij woorden die oorspronkelijk uit het Latijn of Grieks komen.
enkelvoud meervoud
naamwoord wan wannen
verkleinwoord wannetje wannetjes

 het wano

  1. (bosbouw) (bouwkunde) minder bruikbare deel van een balk of plank dat bij het verzagen uit een stam niet glad en recht is gemaakt
  2. holte of oneffenheid in een stuk hout
  3. gaatje of lek
  4. stuk ijzer dat in het spongat van een vat kan worden gestoken zodat het vat met een touw dat aan het midden van het ijzer is bevestigd kan worden opgehesen
  5. (visserij) ruimte die in een gevulde ton vrijkomt als de vis door het zouten krimpt
32 % van de Nederlanders;
29 % van de Vlamingen.[7]


Telwoord (srn)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027
  • Van het Engelse one.

wan

  1. één


wan in Sitelen Pona
  • wan

wan

  1. element
  2. onderdeel

wan

  1. verenigen

wan

  1. uniek
  2. verenigd

wan

  1. een