▪ adelstand ▪ ademhaling ▪ adjudant ▪ admiraliteit ▪ adolescentie ▪ advocatuur ▪ afdaling ▪ affix ▪ afgelasting ▪ afgezant ▪ afkomst ▪ afleiding ▪ afplatting ▪ afstaan ▪ afstoting ▪ afstraffing ▪ aftakking ▪ aftelling ▪ aftrekken ▪ afwijking ▪ afzetting ▪ akkoord ▪ akoestiek ▪ alfabetisme ▪ altviolist ▪ ambacht ▪ ambt ▪ ammunitie ▪ analfabetisme ▪ anatomie ▪ anjelier ▪ annulering ▪ anonimiteit ▪ aphelium ▪ apparatuur ▪ arbeidskracht ▪ archiefmateriaal ▪ artiest ▪ ascetisme ▪ Aswoensdag ▪ atheïsme ▪ atheïst ▪ atoomkern ▪ autoriteit ▪ autosnelweg ▪ avondmaaltijd ▪ avondspits ▪ baarmoederhals ▪ bacterievuur ▪ badkuip ▪ bakmeel ▪ ballingschap ▪ balspel ▪ bankroet ▪ banneling ▪ barbaarsheid ▪ barbarij ▪ basiliek ▪ bazuin ▪ beddegoed ▪ bedevaartsoord ▪ bedoeïen ▪ bedwang ▪ beeldhouwkunst ▪ beeldhouwwerk ▪ begraafplaats ▪ behandeling ▪ beheersing ▪ bekering ▪ bekertoernooi ▪ bekroning ▪ belasting ▪ beleg ▪ belemmering ▪ bemanning ▪ bemoeizucht ▪ benadering ▪ benaming ▪ beoordeling ▪ bepaling ▪ beperking ▪ beraad ▪ bereiding ▪ berekening ▪ beschadiging ▪ beschaving ▪ bescheid ▪ beschikking ▪ beslommering ▪ bespreking ▪ bestand ▪ besteding ▪ bestel ▪ bestelformulier ▪ bestelling ▪ bestorming ▪ bestuursdienst ▪ betalingstermijn ▪ betegeling ▪ betoging ▪ beurskrach ▪ beving ▪ bevolking ▪ bevreemding ▪ bewaking ▪ beweegreden ▪ bewerking ▪ bewind ▪ bewolking ▪ bewoning ▪ bewusteloosheid ▪ bezieling ▪ bezitting ▪ bezwering ▪ beëdiging ▪ biechtstoel ▪ biep ▪ bijenwas ▪ bijklank ▪ bijstand ▪ bijwoord ▪ billenkoek ▪ binnenband ▪ binnenkern ▪ binnenland ▪ binnenplaats ▪ biosfeer ▪ bisschopsring ▪ bivakmuts ▪ blaasinstrument ▪ blijdschap ▪ blinddoek ▪ blindedarmontsteking ▪ bloedbad ▪ bloedhekel ▪ bloeding ▪ bloedstroom ▪ bloeduitstorting ▪ bloedvat ▪ bloedworst ▪ bloei ▪ bloemenveiling ▪ bloemperk ▪ blootgat ▪ blootstelling ▪ bockbier ▪ boegbeeld ▪ boekenwurm ▪ boekverluchting ▪ boel ▪ boerenknecht ▪ boerenstand ▪ bokbier ▪ bokking ▪ bolhoed ▪ bolwassing ▪ bolwerk ▪ bondskanselier ▪ bondskist ▪ boord ▪ boosaardigheid ▪ bordspel ▪ botanie ▪ botsing ▪ boulevardblad ▪ bouwnijverheid ▪ bouwplaats ▪ bouwwerk ▪ bovenzijde ▪ braaksel ▪ brandewijn ▪ brandstichten ▪ brandstichting ▪ breekbaarheid ▪ brein ▪ briefomslag ▪ bries ▪ briljant ▪ brilslang ▪ broedsel ▪ broekspijp ▪ broekvent ▪ broodwinning ▪ broosheid ▪ bruinkool ▪ buideldier ▪ buiging ▪ buigzaamheid ▪ buikvliesonsteking ▪ buitenband ▪ buitenkern ▪ buitenland ▪ buitenwijk ▪ buurland ▪ bühne ▪ cacaoboter ▪ cadans ▪ capaciteit ▪ celibaat ▪ cellenbeton ▪ centiem ▪ chijl ▪ chylus ▪ civiel ▪ civielbouw ▪ coalitieregering ▪ collectivisatie ▪ commandant ▪ commercie ▪ compactheid ▪ compartiment ▪ concentratiekamp ▪ consolidatie ▪ consument ▪ contanten ▪ continuïteit ▪ continuïteitsvergelijking ▪ contragewicht ▪ contreien ▪ convenant ▪ corpus callosum ▪ correctheid ▪ criminaliteit ▪ curiositeit ▪ dactyloscopie ▪ daling ▪ dalmatiek ▪ daltonisme ▪ damast ▪ damhert ▪ damspel ▪ dankwoord ▪ dashond ▪ dasspeld ▪ databank ▪ datering ▪ debiet ▪ deelverzameling ▪ defecatie ▪ dehydratie ▪ delier ▪ denkfout ▪ derde stand ▪ desoriëntatie ▪ destalinisatie ▪ deugniet ▪ deun ▪ deuteriumkern ▪ dialyse ▪ dichtheid ▪ dienst ▪ dienstverlening ▪ diepvrieskast ▪ dierenarts ▪ dierendag ▪ dierenrechten ▪ dieselolie ▪ dieverij ▪ dijkbewaking ▪ diplomatie ▪ dipoolterm ▪ dirigent ▪ discontinuïteit ▪ diskrediet ▪ dodecaphonist ▪ doel ▪ doelpunt ▪ doelwit ▪ doem ▪ domesticatie ▪ domheid ▪ dominatie ▪ donkere energie ▪ donkere materie ▪ doodshoofd ▪ doopboek ▪ doorgeefluik ▪ doorslag ▪ doorzichtigheid ▪ draaierigheid ▪ draaiing ▪ drankzucht ▪ dreun ▪ drieklank ▪ drievoet ▪ drijfzand ▪ drogreden ▪ drooglegging ▪ duidelijkheid ▪ Duitse herdershond ▪ duizeling ▪ duizend ▪ dwaalgast ▪ dwaalgeest ▪ dwaasheid ▪ dweil ▪ dwingeland ▪ dysenterie ▪ dysfagie ▪ ebbenhout ▪ echokinesie ▪ echolalie ▪ eclecticisme ▪ eendracht ▪ eenling ▪ eenparigheid ▪ eentonigheid ▪ eer ▪ eetlust ▪ eeuwwisseling ▪ egoïsme ▪ eidereend ▪ eigeel ▪ eikenhout ▪ elasticiteit ▪ elektrotechniek ▪ ellips ▪ embryologie ▪ emotionaliteit ▪ engobe ▪ enscenering ▪ entomologie ▪ epicurisme ▪ epigrafie ▪ epuratie ▪ erbarmen ▪ erbarming ▪ eregast ▪ espagnoletsluiting ▪ etensrest ▪ ethica ▪ ethiek ▪ ets ▪ evenement ▪ excentriciteit ▪ exsudaat ▪ exsudatie ▪ extremiteit ▪ faalangst ▪ fabriek ▪ fabrikant ▪ factorij ▪ faculteit ▪ fagotist ▪ faillissement ▪ falanx ▪ falsifieerbaarheid ▪ fanel ▪ fantast ▪ fazant ▪ fecunditeit ▪ federalisering ▪ feestdag ▪ feminisme ▪ festiviteit ▪ feut ▪ filatelie ▪ filatelist ▪ Filistijn ▪ finalist ▪ fiscaliteit ▪ flanel ▪ flapuit ▪ flatgebouw ▪ flexibiliteit ▪ fokkenmast ▪ fonetiek ▪ formalist ▪ formaliteit ▪ formulier ▪ fosforescentie ▪ fossiel ▪ fragiliteit ▪ Française ▪ fris ▪ fruitmand ▪ futiliteit ▪ fysiologie ▪ fysiotherapeut ▪ galerij ▪ gambiet ▪ gammahydroxybutaanzuur ▪ gammahydroxybutyraat ▪ garibaldi ▪ garibaldihoed ▪ gasleiding ▪ gasolie ▪ gebedssnoer ▪ gebondenheid ▪ geboorteplaats ▪ gebroed ▪ gedaanteverandering ▪ gedaantewisseling ▪ gedachtewereld ▪ gedrocht ▪ geest ▪ gejoel ▪ geknoei ▪ gelaatsuitdrukking ▪ geleiding ▪ gelijkspanning ▪ gelul ▪ gemenebest ▪ genadeslag ▪ genegenheid ▪ genezing ▪ genialiteit ▪ genotzucht ▪ gepeins ▪ gepeupel ▪ germanist ▪ gerstenat ▪ geschenk ▪ geschrift ▪ geslachtsgemeenschap ▪ gesp ▪ gesticht ▪ getijdenboek ▪ getijdengebed ▪ geur ▪ gevangenschap ▪ gevecht ▪ gewest ▪ gezellin ▪ gezichtsuitdrukking ▪ gids ▪ gieterij ▪ gieting ▪ gifslang ▪ giftand ▪ giftslang ▪ gijzeling ▪ gipsverband ▪ gitarist ▪ glaciologie ▪ glas in lood ▪ gletsjerkunde ▪ glijmiddel ▪ gloeilamp ▪ glooiingshoek ▪ gneis ▪ goal van de Hand-van-God ▪ godsdienst ▪ godslastering ▪ godvruchtigheid ▪ gokschuld ▪ goktent ▪ goudkoorts ▪ goudmijn ▪ gracht ▪ grachtenpand ▪ grafschennis ▪ grasspriet ▪ grenslaag ▪ gretigheid ▪ griep ▪ griet ▪ groenteboer ▪ groep ▪ grondgebied ▪ grondslag ▪ grootvorst ▪ grootzwaard ▪ grotschildering ▪ gruis ▪ gulheid ▪ gulzigheid ▪ gymnastiek ▪ haard ▪ habitus ▪ halfbloed ▪ halsketting ▪ halssnoer ▪ Hand-van-God-goal ▪ handeling ▪ handelsbetrekking ▪ handelsvaart ▪ handgeklap ▪ handigheid ▪ handpalm ▪ handschoen ▪ handschrift ▪ haringhaai ▪ harpoen ▪ hartinfarct ▪ hartschelp ▪ hartslag ▪ havik ▪ hedonisme ▪ heesheid ▪ heffing ▪ heft ▪ hegemonie ▪ heilgymnastiek ▪ hekserij ▪ heldendicht ▪ heling ▪ helling ▪ hellingshoek ▪ hemelblauw ▪ hemelsblauw ▪ herberg ▪ herdenking ▪ herdenkingsdag ▪ heremietkreeft ▪ herfstavond ▪ herfstmaand ▪ herinnering ▪ herontdekking ▪ hersenbalk ▪ hersenschudding ▪ heruitzending ▪ heterofiel ▪ heugenis ▪ heuvelrug ▪ Higgs deeltje ▪ hilariteit ▪ hindoeïsme ▪ hoederecht ▪ hoektand ▪ homeomorfisme ▪ homogeniteit ▪ homologatie ▪ honingbij ▪ honkbal ▪ hoofddorp ▪ hoofdkwartier ▪ hoofdpunt ▪ hoogverraad ▪ hooiberg ▪ hooikoorts ▪ hoorspel ▪ houterigheid ▪ houtworm ▪ hoveling ▪ huidarts ▪ huidtransplantatie ▪ huiduitslag ▪ huilebalk ▪ huisarrest ▪ huisarts ▪ huisbrandolie ▪ huisgod ▪ huiswerk ▪ huiszoekingsbevel ▪ huivering ▪ humanist ▪ huurling ▪ huwelijksaanzoek ▪ huwelijksnacht ▪ hypocriet ▪ idealiteit ▪ identiteit ▪ ijzerwarenwinkel ▪ ijzerwinkel ▪ immanentie ▪ impuls ▪ impulsmoment ▪ impulsvector ▪ inademing ▪ inbetzitneming ▪ ineenstorting ▪ infanterist ▪ ingrediënt ▪ inhuldiging ▪ inkeer ▪ inkerving ▪ inkomstenbelasting ▪ inlichting ▪ inpoldering ▪ inslag ▪ instorting ▪ instrument ▪ intocht ▪ intrest ▪ invloed ▪ inwendige ▪ inwonersaantal ▪ inzending ▪ inzicht ▪ jaargetij ▪ jaartelling ▪ jasmijn ▪ jatten ▪ jawoord ▪ jeugdigheid ▪ jeugdpuistjes ▪ jicht ▪ joch ▪ jongelui ▪ journalist ▪ journalistiek ▪ juistheid ▪ jurist ▪ kaapvaart ▪ kaartspel ▪ kalligrafie ▪ kamerarrest ▪ kamermuziek ▪ kansspel ▪ kanttekening ▪ kaping ▪ kapitalisme ▪ karakteristiek ▪ kardinaliteit ▪ karigheid ▪ katholiek ▪ kattengat ▪ kauw ▪ Kazach ▪ keelgat ▪ keelklank ▪ keerkring ▪ Kelt ▪ keramiek ▪ kerk ▪ kerkdienst ▪ kerkuil ▪ kerkvoogd ▪ kermistent ▪ kerstgeschenk ▪ ketelmuziek ▪ ketterij ▪ ketting ▪ keukenprins ▪ keuring ▪ keurmerk ▪ keuterij ▪ kiek ▪ kielzog ▪ kiem ▪ kieming ▪ kiesdistrict ▪ kiespijn ▪ kiesrecht ▪ kietelbeurt ▪ kikvors ▪ kinderarts ▪ kinderboek ▪ kindermishandeling ▪ kinderspel ▪ kindertijd ▪ kindsheid ▪ kinesie ▪ kinstuk ▪ kiosk ▪ kippevel ▪ kist ▪ klacht ▪ klad ▪ klank ▪ klankkast ▪ klanknabootsing ▪ klant ▪ klaverblad ▪ klaverjas ▪ klaverjassen ▪ kledij ▪ kledingkast ▪ kleerkast ▪ kleren ▪ klerenkast ▪ kletskous ▪ kliek ▪ kling ▪ kliniek ▪ kloet ▪ klomp ▪ klooi ▪ kloosterling ▪ klopgeest ▪ klopjacht ▪ klucht ▪ knecht ▪ knoet ▪ knoflook ▪ knokploeg ▪ knots ▪ koekoek ▪ Koerd ▪ koevoet ▪ kokmeeuw ▪ komiek ▪ kont ▪ koophandel ▪ koortslip ▪ koortsuitslag ▪ koosvorm ▪ kop of munt ▪ korps ▪ korting ▪ kosmische straling ▪ kosmogonie ▪ kosmologie ▪ kosmopoliet ▪ kosmopolis ▪ kostleerling ▪ kraakpand ▪ kraakverbod ▪ krachtterm ▪ krantenpapier ▪ krats ▪ krediet ▪ kreng ▪ kreuk ▪ kreupelhout ▪ kritiek ▪ kroeg ▪ krokodillentranen ▪ kroning ▪ kroonprins ▪ kruidentuin ▪ kruis of munt ▪ kruisbeeld ▪ kruispunt ▪ kruisvaart ▪ kuis ▪ kuisploeg ▪ kunstgebit ▪ kunsthandel ▪ kunstschaats ▪ kunststroming ▪ kunstwerk ▪ kussengevecht ▪ kust ▪ kustgebied ▪ kustwacht ▪ kwaadheid ▪ kwajongen ▪ kwaliteit ▪ kwantor ▪ kwark ▪ kwartier ▪ kwast ▪ kwint ▪ labyrint ▪ lafheid ▪ lage ▪ lakei ▪ landdier ▪ landkaart ▪ landvoogd ▪ langdradigheid ▪ langspeelplaat ▪ last ▪ laurier ▪ leeghoofd ▪ leenrecht ▪ leepheid ▪ leerstelling ▪ legerkamp ▪ legioen ▪ leiderschap ▪ leiding ▪ lendendoek ▪ lenigheid ▪ lening ▪ lenteavond ▪ letterwoord ▪ leukemie ▪ leukotomie ▪ leuning ▪ leunstoel ▪ leuter ▪ levensbeschouwing ▪ levenskracht ▪ levensstijl ▪ levensverzekering ▪ levensvorm ▪ leverworst ▪ lichaamsbeweging ▪ lidwoord ▪ liefhebberij ▪ lijfarts ▪ lijfspreuk ▪ lijn ▪ lijnolie ▪ lijnrijderij ▪ lijst ▪ linguïst ▪ linguïstiek ▪ linkerhand ▪ lintworm ▪ lipklank ▪ lippendienst ▪ lippenstift ▪ lithosfeer ▪ lobotomie ▪ loef ▪ loep ▪ longontsteking ▪ loodgieterij ▪ loods ▪ loonlijst ▪ losgeld ▪ loteling ▪ loyaliteit ▪ luchtpijp ▪ luchtvaartmaatschappij ▪ luipaard ▪ luit ▪ maagpijn ▪ maagzweer ▪ maandblad ▪ maansverduistering ▪ maarschalk ▪ magistergraad ▪ magneetveld ▪ majem ▪ makker ▪ maoïsme ▪ marginaliteit ▪ marineblauw ▪ markeerstift ▪ mars ▪ marteltuig ▪ marxisme-leninisme ▪ maskesvlees ▪ massaproductie ▪ matheid ▪ medeweten ▪ medievist ▪ meelworm ▪ meestergraad ▪ meesterschap ▪ meesterwerk ▪ meetinstrument ▪ melkgebit ▪ melkmuil ▪ melkvee ▪ meloen ▪ merkstift ▪ meteoriet ▪ middenstand ▪ mierenboerderij ▪ mijt ▪ minachting ▪ minpunt ▪ minzaamheid ▪ mishandeling ▪ mislukking ▪ misogynie ▪ misstand ▪ mistigheid ▪ mobilisatie ▪ moddergevecht ▪ modderpad ▪ modernisering ▪ moe ▪ moedeloosheid ▪ moederland ▪ moerbei ▪ mokerslag ▪ molm ▪ mondialisering ▪ monnik ▪ monniksgier ▪ monopoolterm ▪ monument ▪ moraal ▪ moraalwetenschap ▪ moraliteit ▪ morbiditeit ▪ mortaliteit ▪ motorfiets ▪ motorrijwiel ▪ muiterij ▪ munitie ▪ muntslag ▪ muskiet ▪ mutant ▪ muts ▪ muurbloem ▪ muurschildering ▪ muziekinstrument ▪ muziekkorps ▪ muzikant ▪ naafversnelling ▪ naakt ▪ naaktloperij ▪ naaktstrand ▪ naald ▪ naambord ▪ naamwoord ▪ nagerecht ▪ nakkie ▪ namiddag ▪ natuurkracht ▪ nederzetting ▪ neerslag ▪ negenvoud ▪ neiging ▪ nekslag ▪ nesteling ▪ netheid ▪ neukfeest ▪ neusgang ▪ neusgat ▪ nieuweling ▪ nijd ▪ nikkelien ▪ nikkelstaal ▪ Template:nl-noun2 ▪ noodlot ▪ noodtoestand ▪ noodweer ▪ noordeling ▪ noorderling ▪ nosologie ▪ nuchterheid ▪ nulliteit ▪ nutteloosheid ▪ octopoolterm ▪ odalisk ▪ oefenwedstrijd ▪ oen ▪ oer ▪ olieraffinaderij ▪ olieramp ▪ olijfgroen ▪ olijfolie ▪ omgekeerde osmose ▪ omkoping ▪ omloop ▪ omroep ▪ omschrijving ▪ omvang ▪ omzetting ▪ onanisme ▪ onbruikbaarheid ▪ onderarm ▪ onderbuik ▪ onderhandeling ▪ onderkoning ▪ onderneming ▪ onderscheiding ▪ ondervraging ▪ onderworpenheid ▪ ondoorzichtigheid ▪ oneer ▪ onfalsifieerbaarheid ▪ ongehoorzaamheid ▪ ontbreken ▪ ontdekking ▪ onthoofding ▪ ontij ▪ ontkenning ▪ ontlading ▪ ontploffing ▪ ontrafeling ▪ ontruiming ▪ ontslag ▪ ontvangst ▪ ontvoogding ▪ ontwijking ▪ ontwikkelingsbiologie ▪ ontzag ▪ onverdraagzaamheid ▪ onverzettelijkheid ▪ onvruchtbaarheid ▪ onwettelijkheid ▪ onwil ▪ oogschaduw ▪ oogst ▪ oorlogszuchtigheid ▪ oorring ▪ oorvijg ▪ oorworm ▪ oosterling ▪ oostkust ▪ opcentiem ▪ open haard ▪ operacomponist ▪ opheldering ▪ opiniepeiling ▪ opkomst ▪ oplawaai ▪ opleiding ▪ oplichting ▪ oplossing ▪ opluchting ▪ oppergod ▪ oprichting ▪ oproer ▪ oproerpolitie ▪ opschudding ▪ opstandeling ▪ opstanding ▪ opstandingskracht ▪ optellen ▪ optelling ▪ opvatting ▪ opvoering ▪ opwekking ▪ opwelling ▪ ouderdom ▪ ouderling ▪ ouderplicht ▪ oudleerling ▪ overbodigheid ▪ overdaad ▪ overeenkomst ▪ overgewicht ▪ overhemd ▪ overleven ▪ overlevering ▪ overschrijving ▪ overstand ▪ overstroming ▪ overtuiging ▪ overvloed ▪ overweging ▪ overzetting ▪ overzicht ▪ oxidatie ▪ ozonlaag ▪ oölogie ▪ paardenkracht ▪ paardenmiddel ▪ paardenstaart ▪ paardmens ▪ paasbloem ▪ paasdag ▪ paasfeest ▪ Palestijn ▪ panamahoed ▪ pand ▪ panter ▪ pantservoertuig ▪ parasiet ▪ paring ▪ parkiet ▪ parlementsverkiezing ▪ pasbeurt ▪ paspoort ▪ passant ▪ paswoord ▪ patent ▪ pauk ▪ pauzeregeling ▪ pederastie ▪ pedofiel ▪ peil ▪ peiling ▪ penisnijd ▪ pensioen ▪ pensioenfonds ▪ perenvuur ▪ perihelium ▪ periodiek ▪ perkament ▪ perzik ▪ pesterij ▪ pesthaard ▪ piemeldoek ▪ pijnbank ▪ pijpleiding ▪ piraterij ▪ plagerij ▪ plakband ▪ plantenrijk ▪ plantensoort ▪ plantsoen ▪ platencontract ▪ platteland ▪ pleegzorg ▪ plein ▪ pleisterkalk ▪ pleisterwerk ▪ pleit ▪ plons ▪ pluim ▪ poel ▪ poging ▪ pokken ▪ polemiek ▪ politicologie ▪ politie ▪ pols ▪ polsbreuk ▪ polygamie ▪ pompoen ▪ pool ▪ poort ▪ poppenkast ▪ poppenspel ▪ porselein ▪ portiek ▪ posologie ▪ postimpressionisme ▪ poëzie ▪ prairiehond ▪ predikant ▪ premierschap ▪ prent ▪ president ▪ presidentsverkiezing ▪ prevalentie ▪ priesterschap ▪ prioriteit ▪ problematiek ▪ producent ▪ product ▪ productie ▪ proefschrift ▪ programmablad ▪ proletariaat ▪ proost ▪ provocatie ▪ psychologie ▪ puberteit ▪ publiciteitsagent ▪ puf ▪ puit ▪ puntmuts ▪ pyriet ▪ quadrupoolterm ▪ raamwerk ▪ rabbijn ▪ radioactiviteit ▪ radiochemie ▪ raffinaderij ▪ rampspoed ▪ ranglijst ▪ rangtelwoord ▪ rassenscheiding ▪ ratatouille ▪ ratelslang ▪ rechercheur ▪ rechterhand ▪ rechtsgebied ▪ rechtspleging ▪ rechtspraak ▪ rechtvaardiging ▪ recreant ▪ Redemptorist ▪ redenering ▪ redevoering ▪ regelgeving ▪ regeling ▪ regenval ▪ regenworm ▪ rekening ▪ relativiteitstheorie ▪ reliek ▪ reliekschrijn ▪ remonstrant ▪ rendement ▪ rendier ▪ republiek ▪ respijt ▪ restant ▪ reukwerk ▪ revers ▪ revolutionair ▪ richtlijn ▪ ridderschap ▪ rijdier ▪ rijksdag ▪ rijm ▪ rijtuig ▪ rijwiel ▪ rimpeling ▪ riooljournalistiek ▪ rivaliteit ▪ rivier ▪ rivierkreeft ▪ rode wijn ▪ roet ▪ rolschaats ▪ romp ▪ rondgang ▪ roodborst ▪ rookworst ▪ rotatiesnelheid ▪ rouwkleur ▪ rouwstemming ▪ royaliteit ▪ rozenkrans ▪ rozijn ▪ rubriek ▪ ruggenmerg ▪ ruggespraak ▪ rugzaktoerist ▪ ruigpootuil ▪ ruimte-tijd ▪ ruimtetuig ▪ ruit ▪ runderpest ▪ ruwheid ▪ salmiak ▪ salmiakzout ▪ samenhang ▪ samenhangendheid ▪ samenloop ▪ samentrekking ▪ samenvatting ▪ samenzang ▪ samenzwering ▪ sardien ▪ satelliet ▪ schaafwond ▪ schaakbord ▪ schaaldier ▪ schatkist ▪ schattebout ▪ scheiding ▪ scheidingslijn ▪ schelpdier ▪ schending ▪ schenking ▪ schepping ▪ scherm ▪ scheur ▪ schijnheiligheid ▪ schilderij ▪ schilderkunst ▪ schoen ▪ schoft ▪ schoolbord ▪ schoolslag ▪ schoothond ▪ schorpioen ▪ schors ▪ schorsing ▪ schouwburg ▪ schouwspel ▪ schrijn ▪ schrijverschap ▪ schrikbeeld ▪ schrikbewind ▪ schudding ▪ schuifdak ▪ schuilplaats ▪ schuit ▪ schurk ▪ sclerose ▪ seismologie ▪ sekservaring ▪ sensatieblad ▪ sereniteit ▪ shigellose ▪ sibilant ▪ singulariteit ▪ sisklank ▪ skai ▪ slaapmiddel ▪ slachterij ▪ slaginstrument ▪ slagtand ▪ slagveld ▪ slakkengang ▪ slapeloosheid ▪ slavernij ▪ sledetocht ▪ sleutelbaard ▪ slijterij ▪ slobkous ▪ sloep ▪ slokdarm ▪ smaad ▪ smeerolie ▪ smoel ▪ snaarinstrument ▪ snelweg ▪ snoek ▪ snoepgoed ▪ snuiftabak ▪ snuit ▪ sociëteit ▪ soep ▪ soepelheid ▪ soldij ▪ songtekst ▪ soos ▪ sores ▪ spaargeld ▪ spanbroek ▪ Spanjaard ▪ spanjoletsluiting ▪ speelschuld ▪ speeltuin ▪ speerpunt ▪ spelfout ▪ spiegelbeeld ▪ spiegeling ▪ spijkerbroek ▪ spionage ▪ spiritualiteit ▪ spits ▪ splitsing ▪ spraakverwarring ▪ spreekwoord ▪ springplank ▪ springschans ▪ spuitgast ▪ staatkunde ▪ staatsvijand ▪ stadsrand ▪ staking ▪ stamhoofd ▪ standbeeld ▪ standenvergadering ▪ standplaats ▪ standpunt ▪ startpunt ▪ steekpenning ▪ steengruis ▪ steenuil ▪ steniging ▪ sterrenbeeld ▪ sterrenwichelarij ▪ steun ▪ steur ▪ stiel ▪ stier ▪ stierengevecht ▪ stierenvechten ▪ stift ▪ stijfheid ▪ stijging ▪ stoelgang ▪ stokslag ▪ stompkaars ▪ stond ▪ stoomfluit ▪ stopbord ▪ stopcontact ▪ stortbad ▪ straathoek ▪ straatweg ▪ strafblad ▪ strafschopdoelpunt ▪ strafschopgoal ▪ straling ▪ stralingsveld ▪ streekgerecht ▪ streng ▪ streven ▪ strippenkaart ▪ stroming ▪ stroomlijn ▪ stroomrekening ▪ strottenhoofd ▪ strubbeling ▪ struik ▪ stuw ▪ suikerbiet ▪ suikerboer ▪ suikergoed ▪ suikerwater ▪ sultanshoen ▪ superheld ▪ superkracht ▪ supermacht ▪ superplie ▪ supervisie ▪ symbolisme ▪ taart ▪ tactiek ▪ talg ▪ tamboerijn ▪ tandpijn ▪ tapijt ▪ tarwe ▪ tarwebloem ▪ taugé ▪ techniek ▪ teerling ▪ tegengift ▪ tegenploeg ▪ tegenslag ▪ tegenstand ▪ tegenstelling ▪ tegenwerping ▪ tekenkunst ▪ tekort ▪ telefoonboek ▪ telefoongids ▪ telefoonlijn ▪ teleurstelling ▪ telexbericht ▪ telg ▪ telling ▪ temperament ▪ termiet ▪ termijn ▪ terpentijn ▪ terts ▪ teruggave ▪ terugkaatsing ▪ terugval ▪ textiel ▪ theanine ▪ theeblad ▪ theedoek ▪ tij ▪ tijdgeest ▪ tijdperk ▪ tijdsgeest ▪ tijgerhaai ▪ tinteling ▪ tocht ▪ toe-eigening ▪ toedoen ▪ toedracht ▪ toegankelijkheid ▪ toer ▪ toerist ▪ toermalijn ▪ toernooi ▪ toespeling ▪ toestand ▪ toestemming ▪ toetreding ▪ toetsenist ▪ toevoeging ▪ toezegging ▪ toleratie ▪ tolk ▪ toneelknecht ▪ toonbank ▪ toonbeeld ▪ toonkunst ▪ toonsoort ▪ toorts ▪ toost ▪ topologie ▪ torenspits ▪ tovenarij ▪ toverdrank ▪ toverkracht ▪ toverslag ▪ toverspreuk ▪ traject ▪ tranendal ▪ transcendentie ▪ tred ▪ treffen ▪ trekdier ▪ trekkast ▪ trekschuit ▪ trekvaart ▪ treurnis ▪ trilling ▪ triomf ▪ tritium ▪ tritiumkern ▪ troep ▪ troonsafstand ▪ tropen ▪ trouwjurk ▪ trouwring ▪ trui ▪ tuchthuisregent ▪ tuinbroek ▪ tuinkers ▪ tussendeur ▪ tussenkomst ▪ tussenpaus ▪ tweeklank ▪ tweeluik ▪ tweevoet ▪ uitbarsting ▪ uitbetaling ▪ uitbouw ▪ uitdaging ▪ uitdroging ▪ uithoudingsvermogen ▪ uitlating ▪ uitlezing ▪ uitnodiging ▪ uitrusting ▪ uitslag ▪ uitstel ▪ uitstraling ▪ uitvaart ▪ uitvinding ▪ uitvoering ▪ uitweg ▪ uitzondering ▪ universiteit ▪ uraniumerts ▪ uurwerk ▪ vaarweg ▪ vaat ▪ vaatdoek ▪ vacaturebank ▪ Vaderdag ▪ vaderland ▪ vaderstad ▪ vakmanschap ▪ vakwerk ▪ valentienucleon ▪ valk ▪ vallei ▪ vangst ▪ variabiliteit ▪ variëteit ▪ vaststelling ▪ veearts ▪ veeknecht ▪ veelhoek ▪ veerpont ▪ veeteelt ▪ veganist ▪ veldmaarschalk ▪ veldofficier ▪ veldslag ▪ venijn ▪ vensterruit ▪ verandering ▪ verarming ▪ verband ▪ verbastering ▪ verbloeming ▪ verbond ▪ verbondenheid ▪ verbondsark ▪ verbondskist ▪ verbranding ▪ verbreding ▪ verdamping ▪ verdediging ▪ verdeeldheid ▪ verdeling ▪ verdenking ▪ verdichtingspunt ▪ verdraagzaamheid ▪ verdrinkingsdood ▪ verdrukking ▪ verduidelijking ▪ verduistering ▪ verdwijning ▪ veredeling ▪ vereenvoudiging ▪ verengelsing ▪ verering ▪ vergadering ▪ vergeefsheid ▪ vergelding ▪ vergelijking ▪ vergeving ▪ vergezicht ▪ vergissing ▪ vergisting ▪ vergroting ▪ vergunning ▪ verhandeling ▪ verheffing ▪ verkeersafwikkeling ▪ verkeersbord ▪ verkenning ▪ verkiezing ▪ verkleining ▪ verkleuring ▪ verkoeling ▪ verkondiging ▪ verkorting ▪ verlaging ▪ verlamming ▪ verlenging ▪ verlening ▪ vermeerdering ▪ vermenigvuldigen ▪ vermindering ▪ verminking ▪ vermoeidheid ▪ vernieling ▪ vernielzucht ▪ vernietiging ▪ vernieuwing ▪ verovering ▪ verpleging ▪ verplichting ▪ verrukking ▪ verschijning ▪ versheid ▪ versimpeling ▪ verslagenheid ▪ verslaving ▪ verspreiding ▪ verstrooiing ▪ vertoning ▪ vertraging ▪ vervoeging ▪ vervoer ▪ vervolging ▪ vervorming ▪ vervuiling ▪ verwachting ▪ verwant ▪ verwantschap ▪ verwarring ▪ verwerking ▪ verwijzing ▪ verwikkeling ▪ verwondering ▪ verzanding ▪ verzekering ▪ verzendkosten ▪ verzoekschrift ▪ verzorging ▪ verzuring ▪ vesting ▪ vetzucht ▪ veulengeld ▪ vicepresident ▪ viering ▪ viespeuk ▪ vieux jeu ▪ viezerik ▪ vijand ▪ vijfhoek ▪ viltstift ▪ vinding ▪ vingerhoed ▪ vingerring ▪ violist ▪ viscositeit ▪ vissersdorp ▪ vissersring ▪ Vlaamse gaai ▪ vleierij ▪ vlektyfus ▪ vliegverkeer ▪ vloerwerk ▪ vlooienmarkt ▪ vlootvoogd ▪ vluchteling ▪ voering ▪ voertuig ▪ volbloed ▪ voldoening ▪ volgeling ▪ volksrepubliek ▪ voltooiing ▪ volwassenheid ▪ vondeling ▪ vondst ▪ vooraanzicht ▪ voorbeeld ▪ voordracht ▪ voorhuid ▪ voormiddag ▪ voorrecht ▪ voorruit ▪ voorsprong ▪ voortreffelijkheid ▪ voortzetting ▪ vooruitzicht ▪ voorziening ▪ voorzitterschap ▪ voorzorg ▪ vordering ▪ vors ▪ vraatzucht ▪ vrachtkonvooi ▪ vrachtvliegtuig ▪ vriespunt ▪ vrijmarkt ▪ vrijmetselarij ▪ vroedvrouw ▪ vroegte ▪ vroegtijdigheid ▪ vrolijkheid ▪ vrouwenhandel ▪ vrucht ▪ vruchteloosheid ▪ vulgariteit ▪ vuurpijl ▪ vuurvlieg ▪ waakhond ▪ waarachtigheid ▪ waarneming ▪ waarzeggerij ▪ walvisjacht ▪ wandtapijt ▪ wapenschild ▪ wapenspreuk ▪ wasmand ▪ waterhond ▪ waterleiding ▪ watermeloen ▪ waterplaats ▪ waterstaat ▪ waterstofsulfide ▪ wederhelft ▪ wederopbouw ▪ wedstrijd ▪ weekblad ▪ weelde ▪ weemoed ▪ weerbericht ▪ weerkaart ▪ weerlegging ▪ weerspiegeling ▪ weersverwachting ▪ weersvoorspelling ▪ weesgegroet ▪ wegvervoer ▪ weigering ▪ welordening ▪ welstand ▪ welvaart ▪ welzijn ▪ wendbaarheid ▪ wending ▪ wereldbeeld ▪ wereldoorlog ▪ wereldrijk ▪ wereldtentoonstelling ▪ wering ▪ werkdier ▪ werkgroep ▪ werking ▪ werkplaats ▪ werktuigkunde ▪ werveldier ▪ wervelstorm ▪ wervelwind ▪ wesp ▪ westerling ▪ westkust ▪ wetgeving ▪ wettelijkheid ▪ wetteloosheid ▪ wiek ▪ wijnbouw ▪ wijnhelling ▪ wijziging ▪ winkelpui ▪ winteravond ▪ wintersport ▪ wisseling ▪ wisselspanning ▪ woonplaats ▪ woordsoort ▪ worsteling ▪ wrevel ▪ wrijfklank ▪ wrong ▪ wurgslang ▪ zaadhuid ▪ zaadlozing ▪ zaadplant ▪ zaailing ▪ zaalhulp ▪ zakkenrollerij ▪ zaklamp ▪ zaling ▪ zandbank ▪ zandstrand ▪ zang ▪ zeebeving ▪ zeedier ▪ zeehond ▪ zeekreeft ▪ zeeleeuw ▪ zeemansgraf ▪ zeepaard ▪ zeeschelp ▪ zeewater ▪ zeewier ▪ zegelring ▪ zegening ▪ zeilen ▪ zelfkennis ▪ zelfmoord ▪ zelfverdediging ▪ zelfverzekerdheid ▪ zendeling ▪ zenuw ▪ zenuwarts ▪ zenuwinstorting ▪ zeshoek ▪ zetmeel ▪ zeug ▪ zeur ▪ zichtrekening ▪ ziektekostenverzekering