belatafelen/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord belatafelen/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord belatafelen/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je belatafelen/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord belatafelen/vervoeging is hier. De definitie van het woord belatafelen/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbelatafelen/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van de bedrijvende vorm van belatafelen
onbepaalde wijs kort lang
onvoltooid tegenwoordig belatafelen te belatafelen
toekomend zullen belatafelen te zullen belatafelen
voltooid tegenwoordig hebben belatafeld te hebben belatafeld
toekomend belatafeld zullen hebben belatafeld te zullen hebben
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs
belatafelend belatafeld ev.
belatafel		 mv. verouderd
belatafelt		 belatafele
aantonende wijs enkelvoud meervoud
onvoltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij, ge hij, zij, het wij, we jullie zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.) belatafel belatafelt belatafelt belatafelt belatafelt belatafelen belatafelen belatafelen
verleden (o.v.t.) belatafelde belatafelde belatafelde belatafelde belatafelde belatafelden belatafelden belatafelden
toekomend (o.t.t.t.) zal belatafelen zult/zal belatafelen zult/zal belatafelen zult belatafelen zal belatafelen zullen belatafelen zullen belatafelen zullen belatafelen
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou belatafelen zou belatafelen zou(dt) belatafelen zoudt belatafelen zou belatafelen zouden belatafelen zouden belatafelen zouden belatafelen
voltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij hij, zij, het wij jullie zij
tegenwoordig (v.t.t.) heb belatafeld hebt belatafeld hebt/heeft belatafeld hebt belatafeld heeft belatafeld hebben belatafeld hebben belatafeld hebben belatafeld
verleden (v.v.t.) had belatafeld had belatafeld had belatafeld hadt belatafeld had belatafeld hadden belatafeld hadden belatafeld hadden belatafeld
toekomend (v.t.t.t.) zal belatafeld hebben zal/zult belatafeld hebben zult/zal belatafeld hebben zult belatafeld hebben zal belatafeld hebben zullen belatafeld hebben zullen belatafeld hebben zullen belatafeld hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.) zou belatafeld hebben zou belatafeld hebben zou/zoudt belatafeld hebben zoudt belatafeld hebben zou belatafeld hebben zouden belatafeld hebben zouden belatafeld hebben zouden belatafeld hebben


Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot