vervoeging van de bedrijvende vorm van beraadslagen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | beraadslagen | te beraadslagen | ||||||
toekomend | zullen beraadslagen | te zullen beraadslagen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben beraadslaagd | te hebben beraadslaagd | ||||||
toekomend | beraadslaagd zullen hebben | beraadslaagd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
beraadslagend | beraadslaagd | ev. beraadslaag |
mv. verouderd beraadslaagt |
beraadslage | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | beraadslaag | beraadslaagt | beraadslaagt | beraadslaagt | beraadslaagt | beraadslagen | beraadslagen | beraadslagen | |
verleden (o.v.t.) | beraadslaagde | beraadslaagde | beraadslaagde | beraadslaagde | beraadslaagde | beraadslaagden | beraadslaagden | beraadslaagden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal beraadslagen | zult/zal beraadslagen | zult/zal beraadslagen | zult beraadslagen | zal beraadslagen | zullen beraadslagen | zullen beraadslagen | zullen beraadslagen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou beraadslagen | zou beraadslagen | zou(dt) beraadslagen | zoudt beraadslagen | zou beraadslagen | zouden beraadslagen | zouden beraadslagen | zouden beraadslagen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb beraadslaagd | hebt beraadslaagd | hebt/heeft beraadslaagd | hebt beraadslaagd | heeft beraadslaagd | hebben beraadslaagd | hebben beraadslaagd | hebben beraadslaagd | |
verleden (v.v.t.) | had beraadslaagd | had beraadslaagd | had beraadslaagd | hadt beraadslaagd | had beraadslaagd | hadden beraadslaagd | hadden beraadslaagd | hadden beraadslaagd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal beraadslaagd hebben | zal/zult beraadslaagd hebben | zult/zal beraadslaagd hebben | zult beraadslaagd hebben | zal beraadslaagd hebben | zullen beraadslaagd hebben | zullen beraadslaagd hebben | zullen beraadslaagd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou beraadslaagd hebben | zou beraadslaagd hebben | zou/zoudt beraadslaagd hebben | zoudt beraadslaagd hebben | zou beraadslaagd hebben | zouden beraadslaagd hebben | zouden beraadslaagd hebben | zouden beraadslaagd hebben |