vervoeging van de bedrijvende vorm van chloroformeren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | chloroformeren | te chloroformeren | ||||||
toekomend | zullen chloroformeren | te zullen chloroformeren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gechloroformeerd | te hebben gechloroformeerd | ||||||
toekomend | gechloroformeerd zullen hebben | gechloroformeerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
chloroformerend | gechloroformeerd | ev. chloroformeer |
mv. verouderd chloroformeert |
chloroformere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | chloroformeer | chloroformeert | chloroformeert | chloroformeert | chloroformeert | chloroformeren | chloroformeren | chloroformeren | |
verleden (o.v.t.) | chloroformeerde | chloroformeerde | chloroformeerde | chloroformeerde | chloroformeerde | chloroformeerden | chloroformeerden | chloroformeerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal chloroformeren | zult/zal chloroformeren | zult/zal chloroformeren | zult chloroformeren | zal chloroformeren | zullen chloroformeren | zullen chloroformeren | zullen chloroformeren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou chloroformeren | zou chloroformeren | zou(dt) chloroformeren | zoudt chloroformeren | zou chloroformeren | zouden chloroformeren | zouden chloroformeren | zouden chloroformeren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gechloroformeerd | hebt gechloroformeerd | hebt/heeft gechloroformeerd | hebt gechloroformeerd | heeft gechloroformeerd | hebben gechloroformeerd | hebben gechloroformeerd | hebben gechloroformeerd | |
verleden (v.v.t.) | had gechloroformeerd | had gechloroformeerd | had gechloroformeerd | hadt gechloroformeerd | had gechloroformeerd | hadden gechloroformeerd | hadden gechloroformeerd | hadden gechloroformeerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gechloroformeerd hebben | zal/zult gechloroformeerd hebben | zult/zal gechloroformeerd hebben | zult gechloroformeerd hebben | zal gechloroformeerd hebben | zullen gechloroformeerd hebben | zullen gechloroformeerd hebben | zullen gechloroformeerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gechloroformeerd hebben | zou gechloroformeerd hebben | zou/zoudt gechloroformeerd hebben | zoudt gechloroformeerd hebben | zou gechloroformeerd hebben | zouden gechloroformeerd hebben | zouden gechloroformeerd hebben | zouden gechloroformeerd hebben |