vervoeging van de bedrijvende vorm van diffunderen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | diffunderen | te diffunderen | ||||||
toekomend | zullen diffunderen | te zullen diffunderen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | zijn gediffundeerd | te zijn gediffundeerd | ||||||
toekomend | gediffundeerd zullen zijn | gediffundeerd te zullen zijn | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
diffunderend | gediffundeerd | ev. diffundeer |
mv. verouderd diffundeert |
diffundere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | diffundeer | diffundeert | diffundeert | diffundeert | diffundeert | diffunderen | diffunderen | diffunderen | |
verleden (o.v.t.) | diffundeerde | diffundeerde | diffundeerde | diffundeerde | diffundeerde | diffundeerden | diffundeerden | diffundeerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal diffunderen | zult/zal diffunderen | zult/zal diffunderen | zult diffunderen | zal diffunderen | zullen diffunderen | zullen diffunderen | zullen diffunderen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou diffunderen | zou diffunderen | zou(dt) diffunderen | zoudt diffunderen | zou diffunderen | zouden diffunderen | zouden diffunderen | zouden diffunderen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gediffundeerd | bent gediffundeerd | bent/is gediffundeerd | zijt gediffundeerd | is gediffundeerd | zijn gediffundeerd | zijn gediffundeerd | zijn gediffundeerd | |
verleden (v.v.t.) | was gediffundeerd | was gediffundeerd | was gediffundeerd | waart gediffundeerd | was gediffundeerd | waren gediffundeerd | waren gediffundeerd | waren gediffundeerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gediffundeerd zijn | zal/zult gediffundeerd zijn | zult/zal gediffundeerd zijn | zult gediffundeerd zijn | zal gediffundeerd zijn | zullen gediffundeerd zijn | zullen gediffundeerd zijn | zullen gediffundeerd zijn | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gediffundeerd zijn | zou gediffundeerd zijn | zou/zoudt gediffundeerd zijn | zoudt gediffundeerd zijn | zou gediffundeerd zijn | zouden gediffundeerd zijn | zouden gediffundeerd zijn | zouden gediffundeerd zijn |